donderdag 15 maart 2007

Hallo, Mogen Wij Ons Voorstellen?


Thierry Baudet en Sander Ruijter

Het overgrote deel van de Nederlandse volksvertegenwoordiging is onbekend en daardoor onbemind. Met de lancering van de website ‘150vv.nl’ - woensdag, 14 maart, wordt de kloof tussen politiek en burgers digitaal gedicht. Met één trefwoord weet je precies bij wie je het beste rechtstreeks kan aankloppen. Sander Ruijter (26) en Thierry Baudet (24) werkten twee jaren aan een persoonlijke kennismaking met de leden van de Tweede Kamer, en ontmoetten ‘interessante levensgenieters’, die “keihard werken en elke dag namens ons belangrijke beslissingen nemen”.

Tekst & fotografie Iwan Brave

Ruijter en Baudet zijn het prototype jonge honden. Hoewel van gegoede huize, laten ze zich niets aan komen waaien. Ze zijn druk bezet maar niet gesjeesd. Maar bovenal zelfverzekerd. “Een goed idee verkoopt zichzelf”, zegt Ruijter. Toch hebben ze twee jaar keihard gewerkt aan hun geesteskindje, waarbij ze alle 150 kamerleden de kleren van het lijf hebben gevraagd.

Ze moesten qua fondswerving alle zeilen bijzetten. Uiteindelijk kregen ze twee fondsen over de streep. Nederland Kennisland, die nieuwe internetprojecten stimuleert, en het Forum voor Democratische Ontwikkeling (FDO). “De fondsen in Nederland zijn over het algemeen heel behoudend ingesteld”, zegt Ruijter. “Het zijn vaak nalatenschappen van rijke baronnen die hebben gezegd: ‘Mijn geld gaat naar literatuur.’ Toen bestond internet nog niet. Dus voldoe je al voorbaat niet aan hun doelstellingen.” Baudet: “En ons project is heel vernieuwend.”


En met recht. De kamerleden zijn niet alleen gevraagd naar hun persoonlijke interesses, maar ook namens wie of welke groep zij in de kamer zitten, naar hun stemgedrag na belangrijke debatten en uiteraard in welke portefeuille(s) zij zich dagelijks hun tanden zetten. Aan de hand hiervan hebben Ruijter en Baudet profielen gemaakt en ingevoerd.

Als een bezoeker (burger) een of meerdere trefwoorden (‘criteria’) op de website invoert, maakt het programma een selectie van de meest aangewezen profielen. Aan de kamerleden kunnen vragen worden gesteld. Maar ook opmerkingen, suggesties en klachten kunnen worden doorgegeven.

Buurtveiligheid, leefbaarheid, ondernemerschap, kinderopvang, criminaliteit en noem maar op. Naast voor de hand liggende vraagstukken, kan je ook kijken bij wie je het beste kan aankloppen voor zaken die minder op voorgrond spelen, maar wel degelijk elke dag bepalend zijn voor welzijn en welvaart. Bijvoorbeeld speelruimte voor kinderen of toegankelijk maken van publieke ruimten voor gehandicapten. Het gaat om rechtstreekse communicatie, want aan de website zijn het emailadres van alle kamerleden gelinkt. Zowel vraag als antwoord wordt op de website gepubliceerd.

Het is vrijwel onmogelijk niet met de jongens mee te gaan in hun tomeloze enthousiasme over hun project. Daarbij bekruipt je het beschamende gevoel dat niemand veel eerder hierop gekomen is. Hét ei van Columbus. Het werd eigenlijk in februari 2005 gelegd, toen de site van de Tweede Kamer bekroond werd met de ‘Webflop 2005’, een initiatief van Burger@overheid en Tros Radar. ‘De Tweede Kamer benut de mogelijkheden van internet onvoldoende’, oordeelde de jury vernietigend. ‘Het parlement zou een voorbeeldfunctie moeten vervullen bij het digitaal overbruggen van de kloof tussen burgers en politiek, en daar is nu onvoldoende sprake van.’

En die kloof lijken Ruijter en Baudet te gaan dichten. Sterker: ze willen zelfs afrekenen met dat cliché. “Ik heb zo’n hekel aan die uitdrukking ‘dé kloof’”, zegt Ruijter. “Dat impliceert een afstand tussen mij en dat kamerlid. Dan stel ik me toch gewoon vóór.”

En dat is eigenlijk wat ze hebben gedaan. Als twee burgers afstappen op het parlement en min of meer zeggen: ‘Hallo, wij zijn Sander en Thierry, die door jullie worden vertegenwoordigd, wie zijn jullie?’ Ze behoefden helemaal geen bergbeklimmeruitrusting. Ruijter: “Hoe kan je in een leuk, plat landje als Nederland praten over een klóóf. Stel je gewoon voor en maak kennis.”


Het was een kennismaking vol verrassingen. Baudet: “We hebben zo vaak tegen elkaar gezegd: ‘Dit wordt een leuke site’. Mensen met bepaalde idealen, over wie ze vertegenwoordigen, of welk deel van de samenleving. Ik heb heel wat interessante mensen leren kennen, die elke dag namens ons belangrijke beslissingen nemen. En die mensen wil je leren kennen.”

Ruijter: “Je denkt aanvankelijk ook in vooroordelen omdat de lijsttrekker het imago van de partij bepaalt. We deden soms wel vijftien interviews op een dag en dan kwam je al die kleuren en levensverhalen tegen.”

Ook voor menig kamerlid was hun komst verlossend. “Eindelijk krijg ik de kans mezelf uit te spreken”, reageerde Madelaine van Toorenburg van het CDA opgelucht, alsof ze zich al die tijd een monddode parlementariër voelde.

Nou willen de jongens niet heel Nederland aansporen om even massaal persoonlijk kennis te gaan maken. “Nee, dan gaat KPN op z’n gat. Wij hebben het voor een ieder iets makkelijker gemaakt.”

Het idee is ook journalistiek ingegeven. Ruijter en Baudet waren presentatoren van het programma ‘Publieke zaak’ van Business News Radio (BNR), dat gaat over burgerinitiatief: niet klagen maar zelf het heft in handen nemen voor een leefbare omgeving. Al doende ontdekten zij dat heel wat kamerleden onbekend op de achterbanken zaten. Zo kwamen ze op het idee te beginnen met het item ‘back-benchers-profiel’. Baudet: “Een ultiem burgerinitiatief is jezelf vier jaar geven aan het land.”

Baudet studeerde rechten en geschiedenis en werkt nu als promovendus aan een proefschrift over de ‘grondbeginselen van ons rechtssysteem’. Ruijter studeerde economie en Japans en vertrekt binnenkort naar Londen, waar hij voor een bank gaat werken. Met hun multidisciplinaire instelling gingen ze aan de slag met hun project. “Niet in een koker blijven zitten. De onrust en ambities hebben over je eigen grenzen te kijken”, verwoordt Ruijter het.


Ze namen daarbij geen genoegen met clichés, zoals ‘mijn maatschappelijke betrokkenheid is met de paplepel ingegoten’ – ongeveer tien kamerleden zeiden dat. “Die is iedereen met de paplepel ingegoten”, stelt Ruijter. “Het zijn 150 mensen die keihard werken voor de samenleving. Zo kan je uit het VVD-nest komen en een goed onderwijsplan hebben ingediend. Sharon Gesthuizen van de SP verklaarde: ‘Ik zit hier in de kamer voor de kleine ondernemer. Ik heb zelf meegemaakt en weet hoe moeilijk ondernemen is.’” En zo is niet elke PVV’er gedreven door een te dikke koran. “Barry Madlener had een succesbedrijf, maar ging de politiek in omdat hij bepaalde idealen had ten tijde van Pim Fortuyn.”

De website is een ‘voorportaal’ waar je Tofik Dibi van GroenLinks, op vakantie, ziet zwemmen tussen de dolfijnen. “Dan zie je gewoon: dat is een gelukkig mens, een levensgenieter die mij vertegenwoordigt.” Het mag dan wel niet verrassen dat de flamboyante CDA’er en Hagenaar Jan Schinkelshoek van schaak houdt en geïnspireerd wordt door werken van De Tocqueville, des te verrassender is als hij verklapt: “Ik juich voor Sparta.” En PvdA’er Harm Evert-Waalkens zegt: “Ik heb mijn laarzen uitgeschopt, mij in het pak gehesen en mijn stropdas omgesjord. En nu zit ik hier als boer in Den-Haag.” Ruijter: “Dat soort mensen stemt je positief. Het gaat om échte mensen en niet om beroepspolitici die over een paar jaar minister willen zijn. Het overgrote deel van onze volksvertegenwoordiging is onbekend. Het probleem of idee ontdekken viel voor ons samen met het bedenken van een oplossing.” Een schoolvoorbeeld van burgerinitiatief. www.150vv.nl




Klik en ga terug naar Amsterdams Venster

zondag 11 maart 2007

Dino De ‘Drugsdief’?


Dino Bouterse in de handboeien bij zijn aanhouding op Zanderij in juni 2003

Eind oktober 2003 werd Dino Bouterse vrijgesproken als hoofdverdachte van grootschalige wapendiefstal bij de CIVD. Precies een jaar later zit hij weer vast. Ditmaal wegens vermeende illegale wapenhandel. Wordt het weer vrijspraak? Hij is de zoon van Suriname’s enige ex-dictator. Vader en zoon hebben dezelfde initialen. Beiden ooit zeer bekwaam in verschillende takken van sport. Beiden schreven een internationaal opsporingsbevel op hun naam. De chronologie van een ‘verwaarloosd kind’, dat in de voetsporen van vader tracht te treden, doch ontspoort in diens schaduw. “Hij is door veiligheidsmannen opgebracht, ook als hij een ijsje ging halen.”


Tekst Iwan Brave/Paramaribo Post, oktober 2004 - foto CIVD - lithografie D·Image

Dino Delano Bouterse werd geboren op 27 september 1972 in het Friese Steenwijk, Nederland. Inmiddels heeft hij de Surinaamse nationaliteit. Hij is het tweede kind uit het ontbonden huwelijk van Desi Delano Bouterse en Ingrid Figueira. In november 1975 keerde het militaire gezin terug naar Suriname.
“Pas al je moeder bent, dan begrijp hoeveel pijn zoiets doet. Je wenst het niemands kind toe”, zegt moeder Ingrid over de ontsporing van haar zoon Dino, in de wandelgangen tijdens een politieke discussieforum over ‘Bestrijding criminaliteit en armoede’ in theater Unique. Het is 20 juni 2003. Hoe ironisch (behalve dan het aspect van ‘armoede’): een dag nadat Dino op Zanderij is gearriveerd en gearresteerd. Ongevraagd vertelt moeder dat hij niet is ontspoord vanwege haar scheiding in 1986 met de toenmalige militaire dictator en huidig NPD-leider. “Zijn vader heeft altijd belangstelling getoond voor de kinderen en ik was er altijd voor hen.”

Ingrid is een vrouw die zich wil distantiëren van alles dat met de onderwereld te maken heeft – dat onderstreept ze ook met haar aanwezigheid als toehoorder van de discussieforum – maar ontkomt er maar niet aan als moeder van een vermeende drugscrimineel en wapendief. “Ik kan er moeilijk over praten”, zegt ze met gedrukte emoties. Ze denkt dat Dino “juist door zijn sociale karakter” de verkeerde kant is opgegaan. “Hij wil graag mensen helpen”, zegt ze. Dus ook de verkeerde mensen? “Nee, ménsen”, klinkt het nadrukkelijk.

Toen Dino kind was en buiten speelde, kwam hij altijd even om de zoveel tijd informeren of alles goed met moeder ging. Zus Peggy, daarentegen, was de hele dag in geen wegen en velden te bekennen. “Ik weet nog hoe hij de hele ijskast leeghaalde voor andere kinderen die thuis niets hadden”, rakelt moeder Ingrid vervlogen tijden op.

Wapendepot leeggehaald

Bijna twintig jaar later, op 26 juli 2002, wordt het wapendepot van de Centrale Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, de CIVD, in Paramaribo leeggehaald. De buit: 20 automatische AK47-geweren en 51 pistolen. Dino wordt aangemerkt als hoofdverdachte en ‘doenpleger’. De diefstal is in elk geval gepleegd met hulp van binnenuit. De ruimte waarin de wapenkasten zich bevinden heeft een betonnen buitenmuur en een binnentraliewerk van 22 millimeter dikte. Uit de muur werd een gat gehakt en voor de opening in het traliewerk een lasbrander gebruikt. Op basis van sporen wijst politieonderzoek uit dat de lasbrander binnen is gebruikt. Zo’n apparaat krijg je niet ongemerkt naar binnen, en al helemaal niet met permanente bewaking. Bovendien staat naast het CIVD-gebouw, aan de Anton Dragtenweg, een woning op hoge neuten, van waaruit je zo op het terrein neerkijkt.

Dino, tegen wie een internationaal opsporingsbevel is uitgevaardigd, wordt donderdag 12 juni op luchthaven Hato in Curaçao aangehouden met een vals Nederlands paspoort, en een week later als ‘illegaal’ op het vliegtuig gezet naar Suriname. Bij aankomst op Zanderij wordt hij gearresteerd.

Boven de wet

Moeder Ingrid zal zich nooit afkeren van haar zoon. Ook nu niet. Een moederhart, heet het, dat niet alleen overstroomt van liefde maar ook van ontkenning over de inmiddels asociale inborst van haar telg. Volgens een topfunctionaris van de CIVD heeft Dino “boven de wet heeft geleefd”. Zelfs boven die van de onderwereld. Daarbinnen staat hij te boek als “habitueel onbetrouwbaar”, weet de functionaris. Dino zondigt zich regelmatig aan ‘rip-deals’. “Hij is niet zozeer een gevestigde drugsdealer maar een drugsdief”, zegt de CIVD-functionaris. “Hij stelt niet zoveel voor, maar ontleend zijn reputatie aan zijn vader. Hij maakt anderen het leven zuur door hun drugs af te pakken.” Niet bepaald een sociale karaktertrek, ook al treft het andere asocialen.

“Steeds meer hoor je vanuit het crimineel milieu over gewelddadige ripdeals van de organisatie van Dino”, vertelt een toppolitiefunctionaris. “Of we krijgen harde informatie over wapentransporten in het binnenland. En bij gesprekken met Colombiaanse en Braziliaanse autoriteiten valt regelmatig zijn naam. Ook bij een kraak van de kluis van de De Surinaamsche Bank viel zijn naam.” Dat Dino maar niet wordt aangehouden komt omdat het allemaal ‘binnen de geruchtensfeer’ blijft. “Niemand nog die de durf en bereidheid heeft gehad iets concreets te verklaren”, aldus de politiefunctionaris.

Verwaarloosd kind

Volgens de CIVD-functionaris, die al langer meeloopt, is Dino “wel degelijk verwaarloosd” als kind. “Hij is door veiligheidsmannen opgebracht, ook als hij een ijsje ging halen. Zijn moeder zag je nooit en zijn vader was alleen met het land bezig.” De emotionele verwaarlozing werd gecompenseerd met materiële verwennerij.
En wat Dino niet goedschiks kreeg, pakte hij gewoon af. “Als hij thuis zijn zin niet kreeg, dan deed hij vervelende dingen om zijn zin door te drijven”, vertelt een vroegere uitgaansmakker van zo’n tien jaar geleden. Dino was een begin twintiger en had toen al had “het handje van de boel op te lichten”. De uitgaansmakker hield het voor gezien toen dat clubje “ook wapens ging dragen”. In die tijd had Dino ook een Braziliaans hoertje ‘gekocht’ die werd ingezet in een van Paramaribo’s populairste bordelen.

Over moeders bewering dat Dino juist vanwege zijn sociale karakter is ontspoord, zegt de CIVD-functionaris: “Dan zou het betekenen dat hij een meeloper is. Maar hij eist juist de centrale rol op, alles draait om hem.” Dat hij voor de buitenwereld het aureool van bescheiden en innemend uitstraalt, komt omdat hij altijd een ander voor zijn karretje spant. Zelden gaat hij zelf erop af.

Niemand kan beweren dat Dino graag in blitse auto’s rondsjeest en achter de mooie vrouwen aanjaagt. “Hij is een beetje verlegen type en bescheiden. Je zal hem nooit zien in een dancing of op straat zien paraderen”, vertelt een van de vijftien ‘wapenbroeders’ van vader Bouterse tijdens de militaire staatsgreep, die nog altijd oude maatjes met hem is.
“Hij drinkt niet, niet eens glaasje wijn, geen sigaretje rookt hij. Ik vind het bijna ongezond”, schertst de medecouppleger over Dino die het liefst ook onopvallend zonder bodyguards op pad gaat. “Ik heb een keer tegen hem gezegd dat het tijd wordt dat hij een securitybedrijf in de arm neemt, maar hij zei toen: waarom, ik doe geen zaken.” Moeten we hieruit concluderen dat hij ook niet in de drugs zit? “Ik denk het, anders had ik het wel geweten.” Vanwaar dan die hardnekkige geruchten? “Tja, vader zit in de politiek en dan moet je als zoon alle klappen vangen en krijg je de volle lading.”

Groot verlof

Dino is net als vader ex-militair en ging rond 1990 met ‘groot verlof’. Hij heeft de kaderopleiding voor sergeant gevolgd, maar nooit gehaald. Toch heeft hij die rang gekregen. Vanwege vaders invloed, die toen nog legerleider was.
“Hij liep veel weg van het werk”, zegt de CIVD-functionaris over zijn verwende karakter. “Ook de adeptatie van vader als een heldfiguur”, geeft als hij mogelijke psychologische verklaring voor Dino’s ontsporing. Vader en zoon hebben dezelfde initialen: D.D.B. Vader en zoon waren allebei sportief en zeer bekwaam in verschillende takken van sport. Dino was ook ingedeeld in het ‘sportpeleton’ van het Nationaal Leger. Beiden zijn ontspoord richting onderwereld, met als grimmige kroon op hun werk een internationaal opsporingsbevel.

Dino doet hard zijn best om in alle opzichten in vaders voetsporen te treden. Maar het blijft het een plek in diens schaduw. Dino was bij lange niet zo’n goede sporter. En zoals gezegd: als hij zijn zin niet krijgt dan drijft hij die toch door, om – zo lijkt het – koste wat het kost in de schijnwerpers te komen. En met de wijze waarop, is vader niet blij.
Bouterse heeft geen vat op zijn zoon. Hij zat met diens aanhouding in juni 2003 al danig in de maag, vanwege zijn aspiraties om president te worden na de volgende verkiezingen in 2005. Eind oktober was zoonlief alweer vrijgesproken om precies een jaar later weer vast te zitten wegens illegale wapenhandel.
Bij de inval werden ook peperdure auto’s in beslag genomen. Vader Desi zit al niet lekker bij de internationale gemeenschap vanwege zijn verleden en veroordeling als grootschalige drugsdealer door Nederland. En dat zoon Dino steeds opgepakt en genoemd wordt als verdachte van grootschalige wapendiefstal en -handel, gooit nog meer roet in het eten, dat zo langzamerhand zelfs de honden niet meer te vreten vinden.

Eerste ripdeal

Suriname is niet alleen een doorvoerhaven van cocaïne, maar ook van wapens, meldt de CIVD-functionaris. Er is een ‘florerende wapenlijn’ tussen het voormalige Europese Oostblok – waar AK47-geweren vandaan komen – en Colombia, met Suriname als doorgeefluik. Wapens worden geruild met de Colombiaanse Farc-rebellen tegen cocaïne. Maar ook hier moet het ‘grootschalige’ worden gerelativeerd. Op wereldschaal was de kraak bij de CIVD slechts kruimeldiefstal.

De eerste ripdeal waarbij Dino’s naam viel als opdrachtgever, was rond 1994. Daarbij werden twee Braziliaanse drugskoeriers in de benen geschoten. Dino werd gearresteerd en zat zo’n vijf maanden vast, maar toen de zaak voor de rechter kwam, luidde de getuigenverklaringen ineens angstig: ‘Het was iemand die op Dino leek.’

De tentakels van zijn beschermers reiken ver en zijn machtig. Dat wel, want hij blijft nog altijd ‘de zoon van’. Zo ook bij de zaak van de CIVD-wapendiefstal. Verdachte Jochem Brunings, die de wapens moest doorverkopen, trok zijn aanvankelijke verklaring in dat Dino zijn ‘opdrachtgever’ was. Opvallend was dat Brunings dat deed nadat hij ‘ongevraagd’ bezoek had gekregen van Irvin Kanhai – bij uitstek nationale advocaat van duivel – die zich meldde als raadsman.
Kanhai is ook huisadvocaat van vader Desi en schijnt weleens vaker ongevraagd op te duiken als interessante drugsverdachten zijn opgepakt. Soms beklagen verdachten zich bij de dienstdoende inspecteur dat zij niets moeten hebben van Kanhai omdat hij ‘dicteert’ wat ze moeten verklaren, en vooral wat niet. Ook Brunings, die wel vier keer erbij bleef dat Dino de opdrachtgever was, wilde aanvankelijk niets van Kanhai weten. Uiteindelijk ging hij overstag. En niemand weet of hij eventueel is bedreigd of betaald.

Post-militaire schaduw

Volgens de CIVD-functionaris hadden justitie en politie geheel ‘geen behoefte’ om Dino te arresteren. Domweg uit angst. “De schaduw van het post-militairisme is dan wel weg, maar daarvoor is in de plaats gekomen de georganiseerde misdaad, waarbij veel exponenten van de NDP zijn aangesloten”, aldus de CIVD-functionaris.
Binnen justitie vrezen mensen nog altijd voor een ‘aanslag op hun leven’ als ze te voortvarend werken om onderwereldfiguren achter slot en grendel te krijgen. De kogels worden niet meer verwacht vanuit de militaire hoek maar vanuit de drugswereld. Meer dan eens ontplofte bij het huis van een agent van de (militaire) politie een handgranaat. De envelop met kogels is eveneens een probaat waarschuwingsteken.
Bovendien is, aldus de CIVD-functionaris, de ‘verwevenheid tussen politie en onderwereld’ nog altijd een feit. “We twijfelen sterk aan het rechtssysteem”, zegt hij. En over de CIVD-wapendiestal: “Bij deze kwestie lag er genoeg om lastige personen eruit te halen, wat ook goed zo zijn voor het imago van de politie. Vanuit de CIVD is aangedrongen op een arrestatiebevel tegen Dino.”

Dat hij ondanks het internationaal opsporingsbevel tussendoor in Paramaribo was en met een “gerust hart op een terrasje kon zitten”, kwam omdat er geen nationaal opsporingsbericht was gelanceerd. Terwijl de kranten regelmatig tronies van kleine, vuurwapengevaarlijke criminelen toont, bleef Dino buiten schot. Daardoor was hij zelfs in Suriname vooral een naam en in veel mindere mate een gezicht. Volgens de CIVD-functionaris werd besloten geen nationaal opsporingsbericht te verspreiden “om te voorkomen dat binnen de samenleving verontwaardiging zou ontstaan dat man gewoon vrij rondloopt zonder dat er wordt ingegrepen”.

Nodige voorzichtigheid

Door op simpele wijze tegen de lamp te lopen in Curaçao, had Dino zelf gezorgd voor een verrassende wending: hij reisde met een vals Nederlands paspoort. Toen zijn aanhouding wereldkundig werd, moest Suriname natuurlijk wel reageren. Dat ging dus kennelijk niet van harte. De hoge politiefunctionaris reageert fel op de aantijgingen van de CIVD-man dat politieagenten samen met Dino voetbalden. “We zijn een paar keer na melding van de CIVD erop uit gegaan met groot machtsvertoon. Daar aangekomen was Dino nergens te bekennen; het enige dat we hadden bereikt waren verontwaardigde sportende collega’s die in grote verlegenheid waren gebracht.”

Hij weerspreekt dat er bij de politie geen bereidheid was, maar laat doorschemeren dat van bovenuit wel om de ‘nodige omzichtigheid’ is verzocht. Niet zozeer uit hoofde van klassenjustitie als wel van ‘politieke rust’. Liever ‘geen wapengekletter’, want dat zou alleen maar voor onrust en onzekerheid in de samenleving zorgen, was de boodschap. “Maar”, zegt de politiefunctionaris, “die voorzichtigheid was na de arrestatie van Dino (in 1993 –red.) enigszins weggevallen. Bovendien moet het effect van deze zaak niet worden onderschat, zowel nationaal als internationaal. Het gaat er nu om dat personen moeten begrijpen dat wet en recht in dit land voor een ieder geldt.”

Waarachtige woorden maar Dino’s raadsman, de eerder genoemde Irvin Kanhai, keek slechts naar de bewijslast. “Straks is deze zaak afgewikkeld en loopt mijn cliënt weer vrij rond”, zei hij stellig. Slechts één getuige had Dino’s naam genoemd. Verder waren was er geen feitenmateriaal dat duidde op een ‘redelijk vermoeden van schuld’. Verdachte Brunings trok naderhand zijn verklaring in. Hij zei dat hij Dino’s had genoemd met hoop er ‘goed vanaf te komen’. En nogmaals: Kanhai was inmiddels ook raadsman van Brunings.

Overigens was de zaak-Dino was ‘helemaal niet zo groot’ volgens Kanhai. Het was niet bepaald een mededeling die het ego van zijn cliënt moet hebben gestreeld, want vaders zaak wel megagroot, tot over de internationale grenzen. “We doen er alleen maar interessant over” zei Kanhai destijds over Dino’s zaak. “Als ik vader Bouterse was, zou ik me geen zorgen maken. Ik geef hem zelfs de garantie dat het niet tot vervolging komt.”

Juridische wassenneus

Kanhai’s bevindingen kwamen overeen met die van de CIVD-functionaris waar het ging om de wil tot vervolging. “Het is een plat dingetje”, zei hij over het CIVD-dossier, dat inderdaad een dikte had waarmee alleen een eerstejaarsstudent indruk zou maken met zijn scriptie. Kanhai durfde zelfs te stellen dat het een ‘juridische wassenneus’ was. Hij kreeg gelijk. Brunings werd door de burgerrechter alleen wegens ‘heling’ veroordeeld tot twaalf maanden gevangenisstraf, waarvan acht voorwaardelijk. De overige vier had hij al in voorarrest afgelost. Brunings was dus a-priori alweer een vrij man.

Derde verdachte luitenant Willem Benjamin van de CIVD bleef – zwerend op God – tegenover de krijgsraad erbij onschuldig te zijn. Echte harde bewijzen tegen hem waren er ook niet, slechts sterke vermoedens. Zijn vingerafdrukken zeiden niets, want hij was immers verantwoordelijk voor de opslag van de CIVD-wapens. Ook hij werd vrijgesproken. Brunings had het niet gedaan, Benjamin niet, Dino evenmin.

Het van binnenuit bij de CIVD’ bleek dus veel breder dan één man. Informant Ronnie Brunswijk werd twee dagen na de wapendiefstal incognito als kat op de melk afgestuurd, met bijna 60.000 Amerikaanse CIVD-dollars op zak, om zich op te werpen als ‘geïnteresseerde wapenkoper’. Kanhai vond het overigens maar ‘verdacht’ dat de CIVD niet de tweede geplande transactie heeft afgewacht maar Brunings al na de eerste arresteerde.
“Bij de tweede transactie zou de verkoper in beeld zijn gekomen, waarom heeft men dat niet afgewacht?” wierp hij de vraag op. De CIVD arresteerde Brunings op een zaterdag en Dino, die door hem werd genoemd, bleek al vrijdag te zijn gevlogen, richting Curaçao. Niet alleen hij was weg. Ook een groot deel van de wapens en 60.000 dollar aan kostbare belastingcenten.

Ordinair berghok

Lesley Rogers, destijds de raadsman van luitenant Benjamin, zei over de situatie bij de CIVD: “Ik wil het helemaal geen wapendepot noemen, maar een ordinair berghok. Er staan ook bezems, toiletspullen, mokers en toevallig ook wapens in een ijzeren kast met twee hangsloten die je bij de Chinees op elke hoek kan kopen. Iedereen loopt er in en uit en pakt wat-ie nodig heeft. De hoofdschuldige is de CIVD zelf want die heeft zelf zo’n dusdanige situatie gecreëerd.”

Luitenant Benjamin beweerde dat zijn werkkamer ook met de ‘toiletsleutel’ geopend kon worden en dat de sleutels van de ‘wapenkasten’ in zijn bureaula lagen. Volgens de politiefunctionaris was de mogelijkheid van de overal passende toiletsleutel best mogelijk. “De overheid koopt voor al haar gebouwen een bulkpartij sloten en die sleutels passen overal op. Toen ik ontdekte dat ik met een sleutel vier werkkamers kon openen, heb ik direct op mijn deur een elektrisch slot laten plaatsen.”

Bouterse is boos

Over de dunne bewijsbewijslast in 2003 zei Kanhai destijds: “Als ik vader Bouterse was, zou ik me geen zorgen maken. Ik geef hem zelfs de garantie dat het niet tot vervolging komt. Dino is vrij relaxed en voelt zich onschuldig.” Kanhai kreeg in alles gelijk. De auditeur-militair vroeg al een maand voor het vonnis van 28 oktober om vrijspraak wegens gebrek aan ‘overtuigend en wettig bewijs’.

Zal de recente geschiedenis zich nu weer herhalen? Het antwoord van Kanhai ditmaal: “Ik kan er nu nog geen zinnige uitspraken over doen.” Maar of barbertje nu hangt of niet, iemand die dicht bij de NDP staat, weet te melden: “Bouterse is bóós op zijn zoon.” Los van dat het tijd werd: rijkelijk te laat. Hopelijk ook ten gunste van het imago van Suriname. Overigens is de kans dat Bouterse onze volgende president wordt, net groot als de kans dat een koe een haas vangt. Maar nog altijd geldt: men weet niet hoe die hem vangt.

Naschrift: Dino Bouterse werd veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf en vader Desi werd geen president van Suriname. De 'toppolitiefunctionaris' sprak wel met naam en toenaam in Nieuwe Revu, maar verzocht zijn naam niet te noemen in deze lokale versie, om de rechtszaak niet negatief te beïnvloeden. Het was commissaris en hoofd Justitële Dienst Chandrikapersad Santokhi, de huidige minister van Justitie en Politie. De top CIVD-functionaris wilde ook in Nieuwe Revu anoniem blijven, maar in het dorp Paramaribo zeiden velen in kéér raak tegen mij wie het was.
"Je hebt je laten misbruiken door hem", was ook een kritiek van iemand uit veiligheidskringen. Het is maar de vraag. Ik moet wel zeggen de deuren van de anders altijd hermetisch gesloten CIVD ineens als in Alice in Wonderland wagenwijd voor mij open gingen destijds. Maar al met al heb ik nog veel meer off the record gehoord over de verweving tussen boven- en onderwereld. Hoewel sombermakend was ik dankbaar deze realiteit te horen. Je wil het niet weten. Je kan alleen denken aan de woorden van VVD-coryfee Frits Bolkenstein, die zonder ooit in Suriname te zijn geweest, zei: "Suriname is een roversnest."
Iwan Brave, Amsterdam maart 2007

zaterdag 10 maart 2007

Garbage In, Garbage Out - IDOS-opiniepeilingen


Paramaribo - Geliefd en verguisd. Dat is het beste om John Krishnadath te typeren. Zijn opiniepeilingen spelen deze verkiezingen een belangrijke rol. Vooral een psychologische. Hoe betrouwbaar zijn de IDOS-peilingen? "Ik had niet eens iets onderzocht en toch werd het IDOS verdacht gemaakt."


Tekst Iwan Brave/dWTfoto Werner Simons - de Ware Tijd, 10 mei 2005

Menig politicus zegt: "De ware peilingen zijn op 25 mei." Een waarheid als een koe en toch wishfull thinking tegelijk. Voor wie het uitkomt, zijn de DWT/IDOS-peilingen een dankbare houvast. Voor wie er bekaaid afkomt, zijn ze ‘onbetrouwbaar'. Neem bijvoorbeeld Desi Bouterse, die in februari de peilingen nog prees, toen zijn NDP als grootste uit de bus kwam in Paramaribo. Maar het kan verkeren. Vorige week, tijdens de afgelopen massameeting in Ocer, insinueerde Bouterse dat ‘niet-integere' wetenschappers de peilingen uitvoerden. Na de Amerikaanse verklaring was de NDP in Paramaribo flink teruggevallen. Maar Bouterse is niet de enige die zulk ambivalent, of misschien wel beter gezegd schizofreen gedrag toont ten aan zien van de DWT/IDOS- peilingen. Zelfs de doorgaans ingetogen Marten Schalkwijk werd het te gortig. Die besloot zelf maar over te gaan tot een opiniepeiling via zijn Nikos in opdracht van Dagblad Suriname.
In 2001 was Pertjajah Luhur-voorzitter Paul Somohardjo, toen minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting, ook al niet te spreken over het resultaat van een IDOS- opiniepeiling, toen bleek dat 80 procent van de kiezers in Paramaribo wilde dat Somohardjo, Rakieb Khudabux van Volksgezondheid, Dewanand Balesar van Openbare Werken en Siegfried Gilds van Justitie en Politie wegens ‘gebrek aan daadkracht' het veld moesten ruimen. Volgens Somohardjo is Krishnadath "gefrustreerd zijn omdat hij geen ministerspost heeft gekregen".
Leuk is anders, maar echt raken doet het Krishnadath al lang niet meer. "Ik ben al vijftien jaar bezig. Er is nog geen enkele politicus of partij geweest de me nog niet heeft uitgescholden, maar er is ook geen enkele die me nog niet de hemel heeft ingeprezen, als een peiling ze uitkomt."
De reden waarom Krishnadath met zijn peilingen begon, is ‘dienstverlening en service' naar de samenleving toe, en uit ‘dankbaarheid'. IDOS is namelijk een bureau voor marketingresearch. Grote klanten willen informatie hebben over het koopgedrag van de consumenten, en zonder hun antwoorden en medewerking kan IDOS zijn product niet leveren en dus niet verdienen. Vandaar dus die dankbaarheid. "Ik verdien er niets aan, behalve door de een uitgescholden en de ander geprezen te worden", zegt Krishnadath over de peilingen. "Toen we in 1990 startten, was dat ten ondersteuning van het democratisch proces. Opiniepeilingen is toch wel een van de eerste dingen die je ziet als een maatschappij de overgang maakt van dictatuur naar democratie."

Stank voor dank
Maar het is stank voor dank, gezien de reacties van politieke partijen en hun leiders. Maar Krishnadath is er de laatste die ermee zit. Hij moet zelfs een beetje lachen, om die commotie. Als het hem enigszins stoort dan is het wel van mensen, "van wie je zegt dat ze beter moeten weten; van mensen die weten dat ik niet rommel", vertelt hij. "Soms denk je dan wel: ik stop er maar mee. Want je doet de politiek een genoegen met de peilingen en je krijgt er vervelende opmerkingen voor terug. Maar als je niet uitkomt met een peiling is het ook niet goed, dan klagen de politici ook. Een keer toen de komende halfjaarlijkse peiling door omstandigheden langer uitbleef, werd er gezegd: ‘omdat het slecht uitkomt voor de regeringspartijen, durft hij de resultaten niet te publiceren'. Ik had niet eens iets onderzocht en toch werd het IDOS verdacht gemaakt."
Overigens vindt hij dat elke partij het recht heeft om zijn peilingen te becommentariëren. "Je moet goed gek zijn als politicus om te zeggen dat het IDOS gelijk heeft als uit een peiling blijkt dat haast niemand op je partij zal stemmen. Als je dat bevestigt kan je direct ophouden" Hij heeft vrij lang geduurd – bijna een half jaar – voordat hij een besluit nam om over te gaan tot de DWT-IDOS-peilingen. Normaal werden de peilingen alleen in Groot-Paramaribo verricht en geheel zelfstandig door het IDOS gefinancierd. Maar in samenwerking met DWT zou er ook landelijk gepeild kunnen worden. Er worden geen winsten gemaakt met deze peilingen. Voor IDOS was het al aantrekkelijk genoeg dat de directe kosten door de opdrachtgever werden gedekt en een voorwaarde was dat DWT ook de gegevens aan de andere media ter beschikking zou stellen. "Verder was het zo dat DWT ons volledig onze gang laat gaan zoals altijd het geval is geweest", vertelt Krishnadath. "De krant bemoeit zich dus niet met de te stellen vragen of wat wij neerschrijven. Het werkt heel goed."
Eigenlijk bevreemdt het Krishnadath een beetje, alle commotie die is ontstaan over de kiezerslijsten. Hij had reeds in een vroeg stadium in een artikel geschreven dat steekproefsgewijs bleek, dat het in Paramaribo om 4 procent ging om lege percelen, onbewoonde huizen of niet bestaande straatnummers bleken te zijn. "Dan praat ik nog niet eens over de adressen waar wordt gezegd: ‘die mensen wonen hier niet'." Als meest idiote voorval vindt hij een adres van een kiezer aan dr. Sophie Redmondstraat. Het bleek dat het bijkantoor van het CBB er staat, niemand die daar woont.


BVN-Nieuws

Omwille van neutraliteit maakt het IDOS bewust geen analyse van de peilingen en volstaat Krishnadath met te vermelden wat er in het veld door de enquêteurs is gesignaleerd. "Je zal mij nooit zien schrijven wat ik denk of wat ik uit de gegevens haal, of wat de reden is een van bepaalde stijging of daling van de percentages. Maar als je het mij persoonlijk vraagt, dan heeft bijvoorbeeld de recente terugval van de NDP te maken met het zware offensief van de VS en de Nederlandse politiek. Het gehele Nederlandse politieke spectrum heeft zich de afgelopen twee weken uitgesproken over wat de gevolgen kunnen zijn met Bouterse als president. Anderhalve week lang het BVN-nieuws met de uitgesproken meningen van de Nederlandse politici via diverse media in de samenleving gepompt. Hoewel gezegd werd dat het Surinaamse volk vrij is om te kiezen, heeft het wel degelijk zijn invloed gehad. En de NDP is een partij waarin je bij uitstek de weerspiegeling vindt van de etnische verhouding van onze samenleving. En als er één groep is die bang is voor isolement, dan zijn het de Hindoestanen. Een creool laat zich in dat opzicht iets moeilijker intimideren. Je kan ook stellen dat Hindoestaan nu al de eventuele sociale en economische gevolgen overdenkt."
Ook Krishnadath plaats vraagtekens achter het officiële aantal kiesgerechtigden van ruim 335.000 op de kiezerslijsten. Hij plaatst dit aantal tegen het voorlopige cijfer van de laatste volkstelling, dat uitkwam op ruim 480.000 inwoners. Daarvan zou tweederde deel 18 jaar en ouder zijn, dus zouden er ongeveer 310.000 kiesgerechtigde moeten zijn. Krishnadath: "Maar als het CBB beweert dat er 335.000 kiezers zijn – wat nog altijd tweederde deel van de bevolking is – dan zou 3/3 deel ongeveer van 520.000 personen zijn. Dus of het ABS heeft verkeerd geteld of bij het CBB is er iets niet goed. Maar ik ben verplicht mijn calculaties voor DNA-zetels te maken aan de hand van de CBB-cijfers. Het is dus: ‘garbage in, garbage out' als er iets niet goed is aan de cijfers. Ik heb toen ook gezegd dat de politieke partijen later ermee geconfronteerd zullen worden en dat je dan dyugu dyugu zal krijgen. En dat gebeurt nu."

Brandende vraag
Een brandende vraag is dan toch wel: hoe betrouwbaar zijn die peilingen? "Als het om percentages gaat, zullen de peilingen er niet veel naast zitten", zegt Krishnadath. "Het enige wat ik nu achterwege zou moeten laten, is het berekenen van het aantal zetels per partij. Bij de vorige verkiezingen zou, bijvoorbeeld, A1 met 4.200 stemmen in Paramaribo genoeg hebben voor een zetel. Maar op basis van de huidige kiezersaantallen voor Paramaribo – als je ervan uitgaat de kiezeropkomst net als voor heen 70 procent is – zal het A1 vijf tot zesduizend stemmen nodig hebben voor een zetel."
Maar nu al durft Krishnadath op basis van de fouten in de kiezerslijst, die het IDOS door middel van de steekproeven achterhaalt, te stellen dat het aantal kiesgerechtigden veel lager zal blijken. "De opkomst bij de verkiezingen zal dus veel lager uitkomen dan normaal het geval is en dan haalt A1 in Paramaribo misschien ineens wel voldoende stemmen om een zetel binnen te halen. Voor de grotere partijen maakt dat niet zoveel uit omdat de verhoudingen min of meer gelijk blijven."
Hoe betrouwbaar de kiezers de peilingen acht, wilde Krishnadath zelf ook weten: doorgaan of niet? Deze vraag werd meteen meegenomen in een peiling. Negentig procent zei: ‘doorgaan'. "Maar dat kan ruis zijn omdat het het IDOS zelf is die de vraag heeft voorgelegd", zegt Krishnadath. Vijftien procent vond de peilingen onbetrouwbaar. Een deel van deze personen vertelde ook waarom. Niet zozeer het IDOS of de enquêteurs werden onbetrouwbaar bevonden, maar het antwoord van de mensen die geinterviewd werden, deze zouden vaak niet de waarheid spreken. Er is nu sprake van een grote groep zwevers, zo'n 30 procent. "Vroeger was dit percentage een maand voor de verkiezingen in de districten laag en in de stad hoog", zegt Krishnadath. "Vermoedelijk bij deze verkiezingen, met name in Coronie, zal je een heel erg emotionele uitgebrachte stem hebben bij een belangrijk deel van de kiezers. Dus als iemand met de verkeerde been uit bed stapt, zal hij op partij A stemmen en als hij met het goede uit bed stapt op partij C. Of de mensen wachten een excuus om helemaal niet te gaan stemmen. Het niet hebben ontvangen van een kaart zou dan een goed excuus zijn. Nu zijn velen teleurgesteld. De reden laat ik buiten beschouwen. Maar in principe kan je niet stemmen voor iets waarin je teleurgesteld bent. Dan kan 30 procent veel uitmaken."

Brand switching
De enquêteurs van het IDOS gaan te werk met een hand held-computer, waarin alle vragen en mogelijke antwoorden geprogrammeerd zijn. Het antwoord van de ondervraagde bepaalt de volgende vraag. Met een pen wordt het antwoord aangestipt en meteen elektronisch opgeslagen. Dus van enige invloed van enquêteurs die subjectieve vragen stellen, is geen sprake. Krishnadath demonstreert dat handzame apparaatje. Ook de vraag op welke andere partij men zou stemmen indien zijn of haar partij niet zou meedoen, was geprogrammeerd. En die vraag werd aan een ieder gesteld; ook als je de NDP of de NPS als voorkeurpartij opgaf. Het was Shailendra Girjasing van UPS-DOE die er gewag van maakte dat er in Commewijne een enquêteur ‘gekleurd' zou hebben gevraagd: ‘Nee, maar als UPS-DOE niet meedoet, op welke partij zou u dan stemmen?'
"In marktonderzoek praat je over brand switching; wat ga je roken als Morello niet meer verkrijgbaar is", licht Krishnadath deze vraag toe. "Als je dat weet, dan weet ook waar mobilisatie van een bepaalde stem naar toe kan plaatsvinden. Die vraag – wat is uw alternatief? – hebben we aan een ieder gesteld. Ik moest erom lachen, omdat die opmerking van iemand kwam die uit de zakenwereld is; iemand die producten aan de consument wil slijten Voor zo iemand is het belangrijk om te weten waar een klant op overstapt als zijn product om een of andere reden even niet te krijgen is. Een opiniepeiling is in feite niets anders dan een marktonderzoek voor politici, alleen weten we hier niet voldoende wat we ermee moeten en kunnen doen."

‘Ze denken dat wij Coronianen dom zijn’


TOTNESS - De verkiezingsslag om de twee zetels van Coronie is in volle gang. Volgens de laatste dWT/IDOS-peiling verkeren de NDP, VVV en het NF in een nek-aan-nek-race.


Tekst Iwan Brave/dWT foto, de Ware Tijd 2 mei 2005

Coronie ligt er extra kleurrijk bij. Een bonte aaneenschakeling van kleuren van meedingende partijen, vanaf Ingikondre tot voorbij Totness. Toch overheerst het paars van de NDP. Huizen fungeren als verkiezings- of infocentrum. Een meevaller voor de betreffende bewoners, zo’n frisse laag. Ook omrasteringen en muren zijn in de partijtint. Zelfs de VHP heeft – weliswaar bescheiden – er een stulpje als partijcentrum. Pas voorbij Totness zie je, mits je goed oplet, het geelrood van Palu: een danig vervallen huisje. Bij Fiks Place is, over zo’n honderd meter, groen dat alles slaat. Banners langs de weg. Het Nieuw Front houdt een massameeting met een trekkersrol voor de NPS.

De verkiezingsslag om de twee zetels van Coronie is in volle gang. Volgens de laatste dWT/IDOS-peiling verkeren de NDP, VVV en het NF in een nek-aan-nek-race. Maar ceremoniemeester Otmar Rodgers ziet het anders. "Wi o sori a opiniepeiling fa a san werkelijk e go", pept hij de boel extra op. De zaal is vol. "We zijn naar Coronie gemarcheerd om te laten zien dat Coronie nog voor het Nieuw Front is", klinkt het dan ook dubbelzinnig uit Rodgers’ mond. "We brengen de boodschap van bevrijding, overwinning en vooruitgang." Ondanks de reeks sprekers, die aan bod komt, is die ‘boodschap’ weinig inhoudelijk. Het is vooral allemaal peptalk en wishful thinking. "A bigi boto doro!", zegt Coretta Fraser, die tweede staat op de DNA-lijst voor Coronie, over de komst van het Front. Wie niet aan boord gaat en in zijn ‘roeibootje’ blijft, zal de hoge golven over zich heen krijgen. "Een enkeling is een drenkeling", waarschuwt Fraser.

Tussen de sprekers door houdt de Grun Dyari band de mood erin. "Heel goed gedaan, daarom stemmen we weer op Nieuw Front", luidt het strijdlied. Wie niet beter weet, kan zich niet voorstellen dat de mensen ondanks decennia van armoede en verwaarlozing voluit mee hossen. Maar het zijn vooral aangevoerde stedelingen die uitbundig zijn. NPS-voorzitter Ronald Venetiaan laat via de ceremoniemeester weten dat hij "een tien geeft voor vlaggenvertoon". Maar ook dat is volksverlakkerij, want ook vrijwel alle vlaggen zijn aangevoerd vanuit Paramaribo en aan het eind van de ‘massameeting’ zullen alle reuzevlaggen door één man weer worden ingezameld.

VHP-voorzitter Ram Sardjoe beweert dat hij in geen twintig jaar meer heeft gedanst. "Maar bij het zien van al die jonge mensen, raak ik zelf weer verjongd." Tegen al die politieke opponenten met ‘veel geld’ zegt hij dat ze kokosnoten, honing en sapotille in Coronie kunnen kopen. "Maar het geweten en de stem van Coronie zijn niet te koop." SPA-voorzitter Siegfried Gilds die evenmin een goede reden kan geven waarom Coronianen voor het Front moeten gaan, zegt: "Als het effetjes kan, laten we ook die twee zetels van Coronie nemen. We willen niet naar de VVV, want we hebben haast om het land verder voort te trekken." Ook Venetiaan – ‘El Vene’ – brengt op zijn beurt weinig klaarheid. Hij beweert dat zijn vorige regering voor 1996 ‘reserveringen’ had vrijgemaakt voor Coronie. "Toen kwam er een regering, waarvan we dachten: die heeft hart voor Coronie. Er is een beetje hier en daar gelapt. Waar de rest van het geld is gebleven, weten we niet. Ik zeg niet dat ze het hebben gegeten." Als verse vleesworst houdt hij het gehoor nu voor dat er ‘weer geld is gereserveerd’ voor Coronie voor een volgende periode, daarbij waarschuwende: "Coronianen, laat geen herhaling van 1996 u weer overkomen."

En weg is de Front -karavaan, denkende Coronie in de knapzak te hebben. "We willen geen beloften", zegt een Coroniaan in oranje VHP-tenue na afloop bij de berm. "Ze denken dat wij Coronianen dom zijn." Hij vertelt dat hij lid van de VHP is geworden voor een ‘baan bij de overheid’. "De enige man die wat voor Coronie heeft gedaan, is Paal; hij heeft heel wat dingen uit eigen zak betaald." Waarom gaat hij dan niet voor Palu? "Als je niet tot de meerderheid behoort, dan doe je niets in je eentje. Paal is een drenkeling." Een andere man in een NPS-shirt zegt: "Morgen trek ik een DNP-shirt aan", doelend op het verjaardagsfeestje van Jules Wijdenbosch. "En op 25 mei trek ik een ABOP-shirt aan, want niemand hoeft te weten op wie ik stem.".-.

‘Gewoon Geeta gebleven’


Velen dachten dat Geeta Mangal-Mansaram (30) in 2000 slechts voor het verjongde aangezicht aanschoof in De Nationale Assemblee. Tweemaal ‘timmerde' ze op ministers en leek ze in botsing te komen met de partijdiscipline. Toch staat ze nu op een tweede, verkiesbare plaats op kandidatenlijst van Wanica. "Dat wil dus zeggen dat de partij voor kwaliteit gaat. Ik was een testcase voor het Nieuw Front."

Tekst Iwan Brave/de Ware Tijd, 23 april 2005 - foto DNA


Het huis van Sharmila Geeta Ratna Mangal-Mansaram en haar man is eenvoudig en nauwelijks ingericht. Ze zijn net enkele weken geleden verhuisd, van de ene uithoek in Wanica naar de andere. Het is een huurhuis. In de woonkamer staat, op de nodige apparatuur na, eigenlijk alleen een bankstel. Wat ook opvalt is het altaar, tegen een muur, met overwegend rode kleuren en religieuze relikwieën.
Mangal zit ontspannen in kleermakerszit op de bank. Ze is lid van ‘The International Society for Krishna Consciousness', ook wel bekend als Hare Krishna. "Het is een levensfilosofie met vier basisprincipes", vertelt ze over haar geloof. "Eén: geen intoxicerende dranken, waaronder thee en koffie; twee: niet gokken; drie: geen ongeoorloofde seks en vier: vegetarisch eten. Mijn man Roy was er eerst bij. Ik volgde later. Ik had er veel kritiek op in het begin. ‘Wie eet er nu geen vlees?' zei ik. Maar wanneer de filosofie uiteen wordt gezet, dan spreekt het aan. Vlees is alleen maar streling van de tong; maar voor je spirituele beleving is het niet goed." Lachend zegt ze: "Ik heb nu vijf kookboeken met duizenden recepten; het is heel goed gelopen allemaal."
Op het altaar ligt het heilige geschrift de Bhagvad Gita. Elke morgen gaat ze in gebed. Dagelijks zestien ‘rondjes' chanten, met de mala in de hand, die 108 kraaltjes heeft. Per ronde chant ze de mantra: ‘Hare Krishna, Hare Krishna, Krishna Krishna, Hare Hare; Hare Rama, Hare Rama, Rama Rama, Hare Hare.' En dat zestien maal 108 kralen. Ze deelt het op in tweemaal een uur per dag. "Als je wordt geïnitieerd dan moet je je strikter aan de regels houden, dan wordt je espiring disciple ", vertelt ze. Maar zover is Mangal-Mansaram nog niet. Vooral vanwege haar politieke drukte.
Toch is ze er voorstander van dat het beroep van parlementariër een fulltime betrekking wordt. "Nu zijn we parlementariër plus iets. Ik ben beleidsmedewerker bij het Ministerie van Openbare Werken, het gaat daardoor minder goed. Je doet je best. Maar een goede wet vergt veel research. Je wil goed handhaafbare en goed uitvoerbare wetten maken. Bij een dubbele functie gaat eentje inboeten of gaan beide minder goed."
De ‘schadeloosstelling' die ze krijgt als parlementariër, plus de representatie- en autotoelage, komt op zo'n vijfduizend Surinaamse dollar.
Op de vraag of dat niet al voldoende is om alvast fulltime aan de slag te gaan, zegt ze: "In de ogen van het volk is het een immens bedrag. Maar als vertegenwoordiger van de district ben je een manusje-van-alles. Iedereen komt naar je toe: de tempels, de sociale en culturele verengingen en organisaties en dan ook nog de sociale gevallen. Je bent constant bezig met geven. Ook vanuit mijn religieuze achtergrond: wat je ook geeft; je stuurt nooit iemand met lege handen weg. Ook je familie; bij huwelijken kan je niet komen met donaties van een tientje. Al mijn geld zit zowat in donaties. Anders had ik mijn eigen huis al gebouwd. Mensen dachten ook dat ik als parlementariër zou veranderen. Maar ze zien: ‘Geeta is Geeta gebleven'. Het verbaast ze. In onze tempel wordt het ook gepropageerd: je moet nederig blijven." Met trots zegt ze: "Ik heb geen enkele privilege van de overheid genomen: geen auto, geen benzine, geen perceel, geen huis, geen niks; alles is van mezelf."

Nieuwbakken politica
Hoewel ze in 2000 gelanceerd is als een nieuwbakken politica, zit ze al 13 jaar in de politiek. Daarvoor was ze kaderlid van de VHP. "Toen al was ik actief op het podium. Ik was goed in mijn Nederlands en Hindi; dat sloeg aan. In 1996 was ik RR-kandidaat, maar ik deed hiervan principieel afstand vanwege een andere regering die aantrad." Dat jaar liepen vijf VHP'ers, onder wie Marijke Djwalapersad, over als splinterpartij BVD, waardoor een door de NDP geregisseerde regering kon aantreden. "Dat Marijke overliep, heeft voor mij een deur opengemaakt. In 1999 studeerde ik af en had vanaf 1997 stage gelopen bij Jagernath Lachmon. In die tijd deed ik een politiek programma bij Sangeet Mala, gericht tegen de regering-Wijdenbosch. Er waren toen heel wat corruptiezaken aan de gang."
`Haar kandidaatstelling in 2000 kwam als een ‘verrassing'. Het werd haar pas medegedeeld op de partijraadsvergadering die over de kandidaatstellingen ging. "Ik was best geschrokken. Je bent 24; wat heb je te zoeken in het parlement. In die periode was ik onder leiding van Radjkoemar Randjietsingh, via hem ben ik erin gekomen." Over haar ervaringen als parlementariër zegt ze: "Je moet je aanpassen aan de omstandigheden. Het zijn lange vergaderingen. In het begin had ik veel moeite daarmee. Er was niet echt regelmaat. Soms waren we twee tot drie uur in de ochtend er nog niet uit. Met de huidige voorzitter is het besluit genomen te vergaderen tot uiterlijk zes uur 's avonds, bij begrotingsbehandeling tot acht uur en in zeer uitzonderlijke gevallen tot tien uur. Met de nieuwe leiding is er heel wat ordening gekomen. Ik kan me daarin terug vinden."
Ook kan ze zich terugvinden in de partijdiscipline. "Als je lid wordt van een partij dan ga je mee met alle geschreven regels en de partijbeginselen. Binnen dat kader dien je te functioneren. Het opereren binnen dat kader kan in strijd zijn met je persoonlijke visie." Mangal-Mansaram is ervan overtuigd dat Suriname ‘geen personendemocratie' is maar een ‘partijendemocratie'. Het staat ook zo in het decreet op de politieke organisatie; iemand kan alleen gekozen worden voor de DNA als lid van een politieke organisatie.
Daarom stond ze ook achter de Terugroepwet die ze mede heeft ontworpen. "Ik zal nooit meewerken aan een wet die mij monddood maakt. Aanvankelijk stonden ook in het ontwerp formuleringen als ‘in strijd met je verkiezingsbelofte' en ‘in strijd met partijbeginselen'. Maar dat was te ruim. Ik heb toen voorgesteld het te beperken tot twee gronden: royement – bijvoorbeeld wegens onzedelijk gedrag – en overlopen. We zinspeelden al geruime tijd op zo'n wet. Het was Fred Derby die had gezegd: ‘We moeten het overlopen van parlementariërs tijdens de rit aan banden leggen'."


Luis in de pels

Tweemaal leek haar persoonlijke visie openlijk in botsing te komen met de partijdiscipline. Tijdens de begrotingsbehandeling van 2004 zei ze ‘ongezouten dat een aantal ministers die weer met ‘hetzelfde verhaal' kwamen maar beter niet terugkeert voor een tweede termijn. En twee en een half jaar was ZE een luis in de pels minister Gilds van Justitie en Politie. Ten aanzien van het criminaliteitsvraagstuk eiste ze meer pit en daadkracht van Gilds. "We zijn coalitie; je draagt een stukje regeringsverantwoordelijkheid," verheldert ze nogmaals. "Daarom moet je een tweesporenbeleid trekken, een middenweg. Maar als zaken niet worden gedaan, wil je er harder tegenaan, want het belang van de samenleving staat voorop. Dan moet je misschien een beetje timmeren op de minister, en dat wordt je niet altijd in dank afgenomen."
Mangal-Mansaram werd – althans zo leek het – beide malen teruggefloten door haar partijvoorzitter Ram Sardjoe, tevens voorzitter van de DNA. Maar ze wuift deze visie van de hand. "Al zou de voorzitter mij op het matje hebben geroepen, ik heb het nooit zo gezien. Hij wilde zijn politieke ervaring met mij delen. Iemand die al 43 jaar in de politiek zit, heeft het toch wel in zijn vingertoppen", klinkt het nu ineens als een voorbeeldige leerling. "Mijn conclusie is dat je veel kan leren. Je hoeft er niet altijd mee eens te zijn. Mijn voorzitter wilde me duidelijk maken hoe het politieke spel te spelen. Ik heb opengestaan voor die kritiek. Dit politieke spel en het algemeen belang hoeven niet met elkaar in strijd te zijn. Je kan de minister voor hond uitmaken of je kan hem aaien. Als je het een beetje inkleed dan krijg je wel zaken gedaan. Wat is dan belangrijker: je ego strelen of dat het algemeen belang wordt uitgevoerd? Als de persoon Mangal moet buigen daarvoor, dan doe ik dat."
Al 43 jaar in de politiek, is er dan eerder sprake van politieke verstarring? "Ik heb niets bij Sardjoe gezien dat hij verstard is. Hij gaat voor argumenten: je moet kunnen onderbouwen. Het lukt mij meestal wel hem te overtuigen. Dat is nog altijd beter dan wanneer er wordt gezegd: ‘Omdat ik dat zeg'. Sardjoe gaat voor een gericht jongeren- en vrouwenbeleid. Op elke vergadering roept hij vrouwen op te participeren. Dat zou in zijn tijd een rariteit zijn. Hij heeft ook een doelgroep gemaakt van de ‘first voters', dat zijn jongeren die voor het eerst kiesgerechtigd zijn. Vanuit de partij worden zij benaderd met propagandamateriaal. We hopen dat velen respons zullen geven."

Politieke uitbraak
Hoe dan ook, het ogenschijnlijk teruggefloten worden zou normaal een schending van het politieke aangezicht zijn. Het ‘beetje timmeren' op ministers leverde meteen haar politieke doorbraak of beter gezegd uitbraak op. Ze werd een jonge heldin, omdat ze openlijk in het verweer durfde te komen tegen een rigide partijdiscipline. De West noemde haar de ‘Jeanne d'Arc'. "Het ging wel gepaard met spanning binnen de partij, omdat ik niet vooraf afstemming pleegde. Ik ging op solotoer. Maar er is wat gedaan aan de criminaliteit; soms helpt een koevoet."
Toch vindt Mangal-Mansaram het onterecht dat de indruk bestaat dat het drie jaar heeft geduurd voordat ze als jongere haar mond durfde te roeren in het parlement. "Dat is een foute indruk die mensen hebben. We werden in juli 2000 beëdigd. Inderdaad neem je de eerste maanden een afwachtende houding. In november-december, tijdens de begrotingsbehandeling, hield ik mijn maidenspeech. Ik werd toen nog geïnterrumpeerd door Jenny Simons, wat overigens heel spannend was, want zij is toch een van de ervaren mensen. Maar positieve dingen vallen de mensen niet op; alleen controverse en ruzie."
Hoewel het interne democratische gehalte van politieke partijen ‘naar een hoger niveau' moet, durft Mangal-Mansaram te stellen dat die van de VHP ‘vrij hoog' is. "Iedereen was ervan overtuigd dat ik nooit meer kandidaat zou worden gesteld, omdat ik zogenaamd ruzie met de VHP zou hebben. ‘Zij komt nooit meer op de lijst', werd er gezegd. Er waren weddenschappen afgesloten voor soms wel duizend Surinaamse dollars; mensen kwamen naar me toe om te vertellen dat ze hun geld hadden verloren", vertelt ze grinnikend. Ze is als tweede geplaatst op de kandidatenlijst voor Wanica, achter vice-president Jules Ajodhia. "Dat wil dus zeggen dat de partij voor kwaliteit gaat. Ik was een testcase voor het Nieuw Front. Mensen waren bezorgd dat Venetiaan en Gilds niet zouden tekenen. Het democratisch gehalte van het Nieuw Front is toch wel hoog en dat geeft heel wat hoop voor de toekomst."

Nationale Ombudsman
Hoewel ze stelt dat niemand onmisbaar is, ambieerde ze toch wel een tweede termijn. Ze had namelijk voor een aantal zaken gepleit zoals het ‘Instituut Nationale Ombudsman', waarover overigens haar afstudeerscriptie ging. Mangal-Mansaram is bezig met de voorbereiding van een wetsontwerp hiervoor, wat ook wordt opgenomen in het verkiezingsprogramma.
"De Nationale Ombudsman is een belangrijk instituut om de relatie tussen overheid en burger te verbeteren", zegt ze. "Burger kunnen nergens terecht met hun klachten. Voor als je onheus wordt bejegend of dat je vergunningaanvraag of bouwtekening al een jaar ligt te wachten voor behandeling. Bepaalde beroepsmogelijkheden werken nu eenmaal niet in de praktijk of mensen kennen die niet. En de weg naar de rechter is meestal een lijdensweg. Zo'n instituut vereist wel een hoog democratisch gehalte; je moet als overheid zo'n waakhond gedogen. De wetsartikelen zijn af, alleen de memorie van toelichting levert nog enkele problemen op."
Sowieso kon het allemaal veel beter wat de afgelopen vijf jaar is neergezet. "Ik onderwerp mezelf altijd aan kritiek. We zullen de komende periode zeker harder moeten werken aan bepaalde stukken. Ik ga mijn eigen aanpak verbeteren: meer ordening en meer mensen betrekken bij het werk, ook jongeren, voor meer diepgang. In het begin dachten mensen dat ik alleen aanzat voor het gezicht van verjonging; om vijf jaren een jaknikker te zijn. Die mensen hebben lelijk op hun neus gekeken."
En is minister Gilds een van die mensen? "Gilds is een heel aardig mens, heel aangenaam. Maar op het punt van beleid ging het best wel niet goed. Hij wilde bepaalde mensen in bescherming nemen. Mijn standpunt is: haal ze weg, want we hebben geen tijd te verliezen. Mensen dachten dat ik iets tegen Gilds had. Dat was ook het dilemma: hij is een innemend mens, jammer was uitgerekend hij de minister van Justitie. Maar wanneer het algemeen belang in het geding zal zijn, zal je mij toch even hard kritiek horen leveren, of het mijn eigen regering is of niet. Het inkleden zal dan niet altijd even goed lukken."

Een Goede Basis - Ruth Wijdenbosch


Paramaribo - Weer is er een ‘goede basis' gelegd. Het Nieuw Front wil nog eens vijf jaar, waardoor de bevolking ‘eindelijk profijt' zal hebben van de stabiliteit, zegt Ruth Wijdenbosch, zevende op kandidatenlijst van de NPS in Paramaribo. Het wordt haar ‘laatste termijn' als politica. "Als het ons weer wordt ontnomen, heb ik sowieso niet meer de puf om met het Nieuw Front in 2010 puin te ruimen."

Tekst Iwan Brave/dWT foto Werner Simons, de Ware Tijd 21 april 2005

Ze is net weer op krachten gekomen, na een week van ziek zijn. De griep. Daardoor heeft ze een aantal belangrijke verkiezingsvergaderingen van haar partij gemist. Maar er zijn gelukkig nog meer belangrijke vergaderingen op schema. "Ik denk dat we er echt lekker inkomen", zegt ze over de verkiezingskoorts binnen de partij. "Wat ik om me heen hoor is dat de spirit erin zit. Je hoort wel NPS'er klagen dat ze worden verwaarloosd als we in de regering zitten, maar als eenmaal de campagne er is, gaan ze volop voor de partij. Ik zat wel in de spanning, want er is nog veel werk te verrichten aan infrastructuur, woningbouw en perceelaanvragen. Dat zijn de zaken die ik het meest tegenkom."
Om de woensdag houdt Ruth Jeanette Wijdenbosch als parlementariër een spreekuur waarbij ‘iedereen' welkom. "Waarschijnlijk vinden de mensen dat de NPS te algemeen werkt, te veel naar nationale ontwikkelingen gaat. Maar mensen vergeten dat ze juist daarom voor de partij hebben gekozen", zegt ze.
Is de NPS binnen het Nieuw Front de partij die meestal de kastanjes uit het vuur haalt?
"Ik vind van wel. Hoewel vaker wordt gezegd dat we een creoolse partij zijn, gaat de NPS voor de belangen van alle bevolkingsgroepen. Het is niet zo dat we bijvoorbeeld voor die van Para en Coronie gaan en niet voor die van Wanica. De NPS probeert breed ontwikkeling te brengen. De indruk bestaat dat andere partijen zich meer bezig houden met de eigen groep, met mensen die op hun lijken, zoals dat wordt gezegd. Maar over het algemeen worden binnen het Nieuw Front de belangen van alle groepen behartigd. En elke groep – ook maatschappelijke of sociale – heeft zijn specifieke belangen die naar voren worden gebracht. Daarom is het belangrijk dat er binnen deze groep een katalysator is die kan zeggen: ‘Ho, iedereen is gelijk'. En zo'n goede katalysator is president Venetiaan. Men zegt weleens dat er onder hem geen daadkracht is, maar binnen het Nieuw Front worden beslissingen genomen op basis van consensus; vooral de twee grote partijen erin, maken dat je wat langer praat. Vandaar dat Venetiaan als NPS- voorzitter heeft gezegd dat het moeilijk wordt te regeren met nog een andere combinatie. Dat is niet zozeer principieel tegen bepaalde partijen gericht. Maar samenwerken met Desi Bouterse is voor mezelf niet mogelijk. Ik zal niet zeggen met heel de NDP, maar er zijn meerdere personen in die partij waarmee samenwerken principieel niet mogelijk is."

Waarschuwend geluid
En Jules Wijdenbosch van de VVV? "Ik heb niets tegen de persoon Wijdenbosch, wel tegen zijn werkwijze. Hij is iemand die wettelijke regels met de voeten treedt. Hij vindt dat hij cheques mag tekenen en de staat daarmee mag binden. Het geldt ook voor Henk Goedschalk en Errol Alibux. Goedschalk heeft voor zoveel ellende gezorgd. Hij heeft nooit een waarschuwend geluid vanuit de Centrale Bank laten uitgaan, zoals André Telting dat meerdere malen heeft gedaan. Hij en de minister Humphrey Hildenberg van Financiën zijn gekomen met regels van zelfstrafbaarstelling; dat zijn mensen waarmee ik kan werken, mensen die ‘nee' kunnen zeggen tegen een president. Maar Goedschalk gaf juist aanwijzingen hoe regels te omzeilen en zichzelf daarbij te bevoordelen. Persoonlijk ben ik iemand die qua regels strikt is."
Terugkomend op het onderwerp van ‘gebrek aan daadkracht' zegt Wijdenbosch dat economische ‘ordening' veel tijd in beslag heeft genomen. Er is een commissie Staatsschulden ingesteld en zelfs een ‘bureau voor de staatsschulden'. Deze ordening is zowel nationaal als internationaal van groot belang voor Suriname. "Men onderschat vertrouwen hebben in instituten als de regering en de Centrale Bank", zegt Wijdenbosch. "Komende uit de bankwereld weet ik dat dat van eminent belang is. Vroeger als men de naam ‘Suriname' hoorde, kon je makkelijk kredieten sluiten. Anno 2005 is dat vertrouwen weer op de drempel van herstel. De komende vijf jaar staan we binnen en kunnen we weer aan tafel schuiven."
Kijkende naar sociale toestanden in wijken; worden mensen dan niet vergeten? "Het lijkt alsof we uitsluitend kijken naar stabiliteit. Je hoort ook die kritiek: ‘kijk over die muur van stabiliteit'. Maar zonder kan je niet eten, niet doen aan armoedebestrijding, goede huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg. Als die stabiliteit als basis er niet is, dan is het dweilen met de kraan open. Die stond wagenwijd open toen we in 2000 aantraden. Er waren zoveel schulden die eerst op een rij moesten worden gezet. Men onderschat dat, vandaar dat we veel werk in de campagne moeten steken. Die armoede zit diep. Elke keer laat het Nieuw Front deflatie achter, maar als er een andere regering komt, zitten we weer op het nulpunt."

Grote ontwikkelingen
Maar Wijdenbosch wil toch graag erop wijzen dat er wel degelijk ook aan andere zaken wordt gewerkt. Ze wijst erop dat in 2000 de AOV 35 Surinaamse dollar bedroeg en dat die systematisch verhoogd is naar 175 Surinaamse dollar. De overheid heeft weliswaar slechts zo'n 800 sociale woningen opgezet, maar daarnaast zijn door particulieren duizenden woningen gebouwd tegen 7 procent leenrente. Toegegeven, het kan allemaal beter.
"Er leven nog te veel mensen in armoede", geeft Wijdenbosch ruiterlijk toe. "Maar dat komt niet door het Nieuw Front, men kijkt wel naar ons. Maar ook ik kijk naar het Nieuw Front. Er moet een minimaal sociaal pakket komen waarop iedereen recht heeft. We staan aan de vooravond hiervan. Als het Nieuw Front nog eens vijf jaar krijgt, dan liggen er grote ontwikkelingen op stapel, waardoor de bevolking eindelijk profijt zal hebben van stabiliteit."
Zo ligt er een sectorplan Huisvestingsbeleid gereed met een budget van 18 miljoen euro, deels gefinancierd uit de eigen begroting, deels uit de verdragsmiddelen. Ze wijst ook op sectorplannen voor volksgezondheid en onderwijsvernieuwing. "De afgelopen periode was de meest actieve waardoor een goede basis is gelegd voor de komende tien jaren in de sociale sector", zegt Wijdenbosch.
Huisvesting is iets wat zij ‘op de voet' volgt. "Ik volg alle volkswoningbouwprojecten. We zijn bezig bestaande woningen op huurkoopbasis over te dragen. Voorlopig hebben we alle verhogingen van de huurprijs van volkswoningen aangehouden. Er ligt ook een andere projectfinanciering van China op stapel." Wijdenbosch is van mening dat Sociale Zaken ‘uit de sfeer van bedelen' moet worden gehaald. Van eminent belang daarbij is een samenwerking tussen Sociale Zaken en het Ministerie van Arbeid. "Ook de mensen zelf moeten uit die sfeer, vooral vrouwen", licht Wijdenbosch toe. "Ik kijk uit naar een totale transformatie, waarbij we naar gezinsbegeleiding moeten. De projecten moeten er op gericht zijn mensen economisch zelfstandig en weerbaar te maken. Men moet er trots op zijn dat je uit die armoedecyclus wordt gehaald. Men moet niet langer naar Sociale Zaken gaan voor alleen die sociale kaart of kinderbijslag, maar voor perspectief voor jou en je kinderen. En dat kan allemaal niet zonder die stabiliteit."

Opbeurend telefoontje
Er wordt meerdere malen gebeld. Een treurig telefoontje betreft het ernstige verkeersongeluk dat Luciën ‘Piertje' Piereau – de ‘officieuze bodyguard' van president Venetiaan – de nacht eerder is overkomen, na een partijvergadering in Para. Een ander telefoontje is opbeurend. "Iemand belt en zegt dat ze nu al een uitnodiging wil voor de inauguratie van onze president", lacht Wijdenbosch. De spirit lijkt inderdaad aanwezig. Ze wijst op de basis die eerder tussen 1991 en 1996 was gelegd, waarna de regeermacht werd weggekaapt. "Als het ons weer wordt ontnomen, heb ik in elk geval niet de puf om weer met Nieuw Front in 2010 puin te ruimen", zegt Wijdenbosch zorgelijk. "Gelukkig hoor ik jongeren ook zeggen: ‘Toch Nieuw Front, want andere regeringen breken alles af'. Jongeren vormen geen homogene groep. Je hebt een deel dat heel verstandig denkt, maar ook een deel dat heel rijk wil worden zonder werken. En als iemand dan dansend en huppelend op het podium komt, die onverklaarbaar rijk is geworden, dan is hij jouw idool."
Op de opmerking dat er ook weldenkende jongeren binnen de NDP zijn, zegt Wijdenbosch: "Maar als je ze confronteert met de Decembermoorden, de slachting van Moiwana, de moord op Gooding, Horb en Hawker en met al die militairen die zijn verdwenen of zogenaamd een zonnesteek hebben opgelopen, dan weten zij als intellectuele jongeren daarop geen antwoord. Of ze doen er stoer over. Maar een fundamentele discussie vermijden ze. Omdat ze weten dat als ze erbij stilstaan, ze het ook moeten veroordelen. Maar Bouterse is de jongste van de groep van grote partijleiders. Hij is ook een volksjongen. Daarnaast voelen bepaalde jonge mensen zich aangetrokken tot iemand die wakamantaal spreekt."
Wijdenbosch heeft 33 jaren in het bankwezen gewerkt, waarin afwisselende werk heeft gedaan. Afwisseling, daar houdt ze van. Daarom zijn vijf perioden in het parlement wel welletjes. Al vanaf 1987 is ze in de politiek. "Ik ben zo langzamerhand een veteraan", zegt ze met lichte zelfspot. Ook al komt het Nieuw Front weer in de coalitie, dan nog wil ze het daarna voor gezien houden. "Omdat jongeren moeten overnemen", motiveert zij. "We moeten meer vertrouwen in jongeren stellen en meer in ze investeren. Leiders denken vaak dat als ze opstappen, de zaak in elkaar zal donderen. Maar dat is niet waar. Onze democratie moet verfijnder worden. Ik ben voorstander van beperking van zittingsperioden voor bestuurlijke functies; alleen dan krijg je snellere doorstroming. Binnen politieke partijen worden bepaalde jongere personen als leider wel gedragen door de tweede en derde lijn, maar toch worden zij niet naar voren geschoven. Dat getuigt niet van politieke moed. De leiders in Suriname gaan lang door in leeftijd, waardoor er een generatiekloof kan ontstaan met jongeren. Tegen de tijd dat de volgende overneemt, dan is die ook al 70 jaar oud, maar wil ook enkele jaren leiden. Daarom zeg ik voor mezelf: ‘Mijn laatste periode'."

Volgende uitdaging
De reden waarom Wijdenbosch in 1987, na zeven jaren militaire dictatuur, in de politieke arena stapte, was herstel van democratie en rechtsstaat. "Hiervoor is inmiddels een goede basis gelegd", zegt zij. "Maar onderzoek naar schending van mensenrechten is nog steeds in de beginfase. Ik ben ervan overtuigd dat het ook hiervan iets terecht zal komen; Suriname zal geen uitzondering worden. Bij veel voormalige militaire dictaturen zie je dat het oplossen van mensenschendingen trager van de grond is gekomen."
Als vice-voorzitter heeft ze de tweede hoogste functie bekleed in het parlement, het controlerend orgaan van staatsmacht. "Ik prijs me gelukkig als enige vrouw een vijfde periode te kunnen doen; waarvan ik tweemaal vice-voorzitter ben geweest, dat kan niemand anders vertellen. Ik heb menigmaal als waarnemend voorzitter opgetreden en heb nooit iemand horen klagen: ‘Ram Sardjoe is weg en het werk ligt stil'. Dan is nog mijn enige volgende uitdaging het voorzitterschap van DNA."
Over het niveau van het parlement zegt ze: "Ik kijk uit naar meer professionals. Mensen moeten zich in specifiekere onderdelen verdiepen. We houden ons te weinig bezig met het algemeen beleid en bewegen te veel op het niveau van RR- en DR-raad. Ik ben ook voor meer efficiëntie binnen het parlement, met een strakkere spreektijd. Ik heb november vorig jaar in het Italiaanse parlement een Vrouwenwereldconferentie mogen voorzitten – wat ik als een hoogtepunt heb ervaren. Het ging over rechten van kinderen en jonge mensen. Na drie minuten schakelde de griffier je microfoon uit en ging die van de voorzitter weer aan."
Maar om efficiënt te kunnen werken, zijn een nieuw DNA-gebouw en een fulltime functie ‘hoogste prioriteit'. "Dat nieuwe gebouw moet er zeker komen in de komende vijf jaar", zegt Wijdenbosch. "Ik geloof ook erin dat het moet lukken aan de hand van onze prestaties, onze gedrevenheid en goede argumentatie de mensen ervan te kunnen overtuigen dat kiezen voor de toekomst een keuze voor het Nieuw Front is. Ik geloof erin dat het geld dat verdiend is en zal worden verdiend, geïnvesteerd zal worden in de mensen. Voor een groot deel is de moeilijke periode achter de rug. Als het de komende termijn er niet van komt, dan zal ik samen met hen teleurgesteld zijn."

Niet Tégen, Maar Vóór - Marten Schalkwijk


DOE is een hervormingspartij. Dat betekent dat vóór de verkiezingen niet met de NDP, VVV of het Nieuw Front wordt gewerkt.


Tekst Iwan Brave/dWT foto Hijn Bijnen, de Ware Tijd, 19 april 2005

"Het inkomen van de burger moet naar een hoger plan", zegt voorzitter Marten Schalkwijk, tevens lijsttrekker in Paramaribo. Hij is pragmatisch en hekelt de ‘schijnwerkelijkheid' van de Surinaamse democratie. "Het is een flinterdun vernislaagje, maar inhoudelijk is het niets."

Tegenwoordig is het kantoor van Nikos (NGO Instituut voor Kaderontwikkeling en Onderzoek) niet meer te missen in de Albergastraat. Buiten staat prominent een verkiezingsbord van UPS-DOE B ‘time for a change'. Het lijkt de overgang te verbeelden van Marten Schalkwijk als onderzoeker in het sociaal-maatschappelijk veld naar de politicus in de politieke arena. Zeven jaar geleden heeft hij Nikos opgezet, zijn dagelijks werk. Veel onderzoek. "Ik probeer die samenleving goed te begrijpen en in kaart te brengen. Daarnaast begeleiden we een aantal organisaties, we monitoren een pakket van Cordaid-ontwikkelingsprojecten ter waarde van 1 miljoen euro. Dat stopt eind april."
Maar Nikos blijft. Schalkwijk wacht de verkiezingen af. Als hij in het parlement komt, zal hij Nikos als wetenschappelijk en onderzoeksbureau inzetten, om sociaal- maatschappelijke en economische zaken te ‘onderbouwen'. Daarbij zal hij veel studenten inzetten. "Ik hou ervan met jongeren te werken, niet- of net afgestudeerden. Je traint ze door met ze te praten, veel verantwoordelijkheid te geven. In zo'n drie jaar moeten ze zodanig zijn dat ze zeer goed terechtkomen. Wie goed is krijgt ontslag. Ze krijgen bij Nikos alle kansen van hun leven door hard te werken. In onze samenleving krijgen veel te weinig jonge academici goede kansen."
Eigenlijk had hij de afspraak willen afzeggen, deze vrijdagmorgen, twee dagen voor zijn vijftigste verjaardag. UPS-DOE (Unie van Progressieve Surinamers-Partij voor Democratie, Ontwikkeling en Eenheid) had de avond ervoor de eerste wijkvergadering in Nickerie, in Paradise om precies te zijn. Op de heenweg maakte Schalkwijk een tussenstop in Coronie, voor een ‘radioprogrammetje' met de DOE- lijsttrekker aldaar. De vergadering liep om elf uur ‘s avonds af, toen werd er nog nagekaart en pas rond middernacht werd de terugreis ondernomen.
Schalkwijk, de ijzervreter, ziet er geradbraakt uit. Hoewel vier uur ‘s ochtends thuis kroop hij niet meteen in bed. Eerst mediteren, de bijbel lezen en bidden. "Ik word geïnspireerd vanuit mijn geloof; niet door machtsdrang en geld verdienen", vertelt de christen in hem. "Het gaat ook om naastenliefde. Je moet voor alles een innerlijke motivatie hebben, het kan ook een externe zijn maar dan is die meestal zwakker. Dat weerhoudt mij ervan corrupt zijn of bepaalde feiten te plegen."
Hoe rijmt dit zich met een eventuele samenwerking met de NDP, die wordt geleid door een ‘veroordeelde drugscrimineel'. "Ik ben op zich pragmatisch; niet op de zaken vooruitlopen. Dat betekent dat DOE vóór de verkiezingen niet met de NDP, niet met de VVV en niet met Front wil samenwerken. Want wij zijn een hervormingspartij, omdat het inkomen van de burger naar een hoger plan moet; we draaien al dertig jaar in een rondje. Als het slecht gaat met je bedrijf, dan moet het management worden vervangen. Dat geldt ook voor een land. Er is toenemende armoede en toenemende ongelijkheid van inkomens. Na de verkiezingen kijken we wat de uitslag is. Wat heeft de kiezer aan de verschillende partijen gegeven? En op basis daarvan kijken we verder. Als de kiezer ons minder dan vijf zetels geeft, gaan we in de oppositie. We hoeven niet per se bij de pot. Van: hier, neem een of twee ministeries en de boel wordt verkaveld. We willen integraal op het beleid zitten, zo niet; in de oppositie. Dus als de mensen beleidsverandering willen, dan moeten ze ons meer dan vijf zetels geven."

Zwijggeld
Schalkwijk is niet gecharmeerd van het gemiddeld niveau in De Nationale Assemblée (DNA). Hij noemt het salaris van vele parlementariërs dan ook ‘zwijggeld'. "Want je moet toch flink van je kunnen afpraten, maar binnen de oude partijen mogen alleen de fractieleiders aan het woord. Kijk maar naar Mangal- Ramsaram; hoe lang heeft het geduurd voordat zij sprak. Het is jammer dat wij haar drie jaar lang niet hebben gehoord. Alle 51 personen dienen te praten. Ik denk dat als je de kwaliteit van de DNA vergelijkt met die van Staten in de jaren ‘60, dan is er sprake van een veel slechter niveau. Te weinig deskundigen, je merkt dat aan de debatten. Mensen met een beetje niveau zijn op één hand te tellen. De DNA is nu niet meer dat controlerende orgaan, maar het stempelkussencollege van de regering. Maar volgens de Grondwet gaat het om de mensen die gekozen worden.
Ook de oppositie vind ik heel zwakjes; die verschuilt zich achter het feit dat zij ‘niet in het machtscentrum' zit. Dus wacht men dan maar vijf jaren af. Het gaat erom dat je een goede job voor het land wil doen en vooral controle uitoefent op de regering. Het machtscentrumdenken is zo diepgeworteld dat de oppositie zichzelf uitschakelt. Men wacht liever vijf jaar; dicht bij de pot. De kiezer heeft hierdoor een verkeerd beeld van het waarom: je kan niet met alle 51 in het machtscentrum belanden. Het is voor sommige partijen ook een vrij etnische campagne van ‘ala man e nyan, mek unu go nyan ook tu'. Daarmee krijg je geen goed beleid, maar hetzelfde hoopje poep met andere vliegen."
Een duidelijke aanklacht. En Schalkwijk wil niet meer langer behoren tot de beste stuurlui die aan wal staan. Hij spreekt van een ‘schijnwerkelijkheid', een ‘flinterdun democratisch vernisje'. "Terwijl mensen pinaren", zegt hij. "Omdat vaak mensen geen visie hebben en geen inhoud. Hoe diepgaand worden zaken nu besproken in de DNA? Men praat langs elkaar heen in dit land, omdat men het debat niet durft aan te gaan."
Schalkwijk geeft nog een voorbeeld van dat ‘dunne vernislaagje'. Twee weken geleden reed hij in Nickerie, over de Cassaveweg. Toen hij een zandstraat wilde inslaan, zag hij op de hoek een infocentrum, glanzend geverfd in de kleuren van de betreffende partij. "Overal zie je die zogenaamde infocentra, waarvan tweederde gesloten is", vertelt hij. "Het is allemaal buitenkant. Toen ik die hoek omsloeg, zag ik dat de rest van gebouw ongeverfd en vol spinrag. Dat bedoel ik met dat flinterdun laagje; ‘das ist nur façade' zegt de Duitser, inhoudelijk is het niets. Veel politici hebben geen inhoud, maar proberen met wat show de kiezers op hun hand te krijgen."
Het is duidelijk dat Schalkwijk socioloog is. Hij brengt haarscherpe analyses, altijd overtuigend en onderbouwd. Zijn boek ‘Het steentje in de Nederlandse schoen' uit 1994 over de zeurende ontwikkelingsrelatie tussen Suriname en Nederland – en veel meer natuurlijk – geeft aan dat hij ook op geschrift helder kan onderbouwen. Een kwaliteit waarmee weinigen zijn begiftigd.
Hij wil niets weten over de algemene klacht van de oppositie dat niet naar haar plannen wordt geluisterd door de coalitie. Er kan ook anders oppositie worden gevoerd. Bijvoorbeeld via het ‘maatschappelijk debat'. Schalkwijk: "Als je de burgers achter je krijgt, dan zal het moeilijk zijn om het plan af te wijzen. Neem bijvoorbeeld het verkeer, waarvan iedereen hinder ondervindt. Maar het oplossen betekent natuurlijk wel veel onderzoek, stadsplanning en wegenplanning. Je moet keihard werken. Te vaak wordt er vanuit de losse pols gewerkt. Niet alleen in de DNA."

Sterke-leiderschapsyndroom
De populariteit van Bouterse schrijft Schalkwijk toe aan het ‘sterke- leiderschapsyndroom'. "Veel burgers hebben liever dat de leiders de verantwoordelijkheden dragen, dan kan men die van zich afschuiven", licht hij toe. "Maar democratie betekent inspraak. Ook inhoudelijk nadenken. Ik ging een keer op huisbezoek in een wijk. Ik klopte aan bij een bouwvallig huis, waar de armoede van afdroop. Toen ik vroeg: ‘Mevrouw, wat is het grootste probleem hier?', was het antwoord: ‘Nou meneer, daar stelt u een moeilijke vraag'. Je ziet dat mensen niet zelf reflecteren over de situatie. Als je bij een wijkvergadering vraagt ‘hebben jullie vragen?', ‘wat leeft bij jullie, want ik ben nieuwsgierig als politicus', dan heeft niemand een vraag. Maar mensen zijn gewoon niet gewend inspraak te hebben. Ze zijn gewend dat je ze een hand vol beloften geeft en een goed gevoel.
In het geval van Bouterse gaat het om een sterke man om dingen gedaan te krijgen: men ziet namelijk dat het niet goed gaat. Daarbij heeft hij dat charismatische; hij is de volgende verlosser. Maar je stem is heel wat waard; daarmee moet je goed beleid kopen. Maar nu worden stemmen verkwanseld in een soort jackpot; mensen wagen een gok op politici die loze beloften doen. De verkiezing mag nooit een gok zijn: wie heeft een goed programma, wie heeft integriteit en wie heeft deskundigheid; daar gaat het om."
Maar is ook dat geen gok? "Ik weet niet of dat wel zo is. Je hebt bepaalde partijen die emoties opzwepen: het wijgevoel, het vlaggengevoel, sopi uitdelen zodat mensen beneveld gaan stemmen. Tegenwoordig word je gewoon betaald. Het is een armoedecultuur. Maar een deel van de kiezers is zelf gecorrumpeerd. ‘Hoeveel geld heb je?' wordt er gevraagd. Je denkt dat je die politieke partij pakt. Maar als je die 50 Surinaamse dollar over vijf jaar uitsmeert, is dat per maand tachtig cent, per week twintig cent, per dag... ze lachen jou uit."
Schalkwijk wijt het ook aan de partijpolitiek dat bestuurders niet hebben geleerd verder te denken. "Toen ik bij de NPS zat, kwam ik met het voorstel alle RR- en DR- leden te trainen om zo je partij op te bouwen. Nee nee, dat was niet de bedoeling. Partijen die al zo lang bestaan hebben geen kaderschool, niet omdat ze het niet kunnen maar omdat ze het niet willen."
DOE heeft de afgelopen twee jaar kadercursussen verzorgd, een stuk of twaalf, maar ook aan bestuursleden en kandidaten van andere partijen. "De helft was geen DOE. We hebben eenheid in ons vaandel staan", zegt Schalkwijk. "Zie het maar als een stukje ontwikkelingshulp. Het gaat om de basiszaken: wat is bestuur, wat is politiek en wat is democratie? Dan sta je ervan versteld hoevelen daarvan geen notie hebben. Er wordt politiek bedreven maar velen in politieke partijen weten niet hoe en waarom. De PNR had dat wel vroeger met mensen als Fred Derby; dat was hun kracht." Schalkwijk wijt deze cultuur aan een ‘centralistische politiek'. "Men denkt in termen van machtsconcentratie; men wil niet die druk van onderaf, die zeker komt als je kaders traint."

Slechts kruimeltjes
DOE heeft een poging tot samenwerking gezocht in augustus 2003 op basis van de nota ‘De weg naar nieuw politiek leiderschap'. "Iedereen was positief", vertelt hij. "En dat was ook het vreemde. Ik heb tientallen uren met voorzitters gesproken. Maar toen ik vervolgens vroeg om een inhoudelijke of meer formele reactie, bleef dat uit. Hier heb je weer dat voorbeeld van het maatschappelijk debat dat wordt vermeden. Alleen de UPS-partijen hebben positief gereageerd, met hen hebben we tweemaal inhoudelijk gesproken over die nota. We hebben een jaar met elkaar gesproken. Op basis daarvan hebben we elkaar gevonden. De UPS was al door een fusie door een proces gegaan en dat was voor ons waardevol. Het was teleurstellend dat andere partijen niet geïnteresseerd waren."
Op de vraag waarom DOE niet met UPS een partij is geworden, antwoordt Schalkwijk: "We waren te kort voor de verkiezing voor een fusie. Ik heb die van UPS van dichtbij meegemaakt. Dat zijn moeizame processen. We hebben gezegd: stap voor stap. Toch een stukje pragmatisme: laten we beginnen samen te werken. Het gaat om hervorming en vorming van de samenleving; om die potentie er een keer uit te halen; dat is mijn insteek. Dan til je de hele samenleving, zeker de achtergestelde groepen, naar een hoger niveau. Ik zie politiek als mensen die rond een taart zitten en die willen delen. Maar de taart wordt kleiner en de gevechten groter. Nu krijgen de gewone burgers slechts kruimeltjes. Dan is de oplossing een grotere nationale taart bakken."
In 2000 haalde DOE de kiesdrempel niet. Deze keer ziet Schalkwijk meer kansen, nu zijn partij in een combinatie meedoet. Hij verwacht dat zo'n zes combinaties een zetel zullen halen. "Wij hebben een economisch programma", zegt hij. "De kiezer zal naar een aantal zaken moeten kijken. Die is gewend tégen iets te stemmen. Deze keer is er geen duidelijke anti-issue. Dus eindelijk heeft men een kans om vóór iets te kunnen stemmen. Hoewel de NDP en het Nieuw Front proberen de verkiezingen te polariseren; beide claimen dat het tussen hún gaat. Wij zeggen: nee. Als de kiezers zich weer voor de gek laten houden door deze polarisatie, dan hebben ze het ook niet geleerd. De patronagepolitiek heeft als een houtluizennest in het gebouw Staat Suriname huisgehouden. Het wordt tijd om die houtluizen te bestrijden."