maandag 23 april 2007

Het Geheim van Kenneth Herdigein



'Dank je wel Pim de la Parra!'

AMSTERDAM - Dinsdag 24 april gaat de ‘fictionele documentaire’ Het Geheim van de Saramacca Rivier in première in Theater Thalia tijdens het 5e IFFR-filmfestival flies Paramaribo, dat 19 april van start ging in Paramaribo. Hoofdrolspeler Kenneth Herdigein ‘scheet 500 buffels’ tijdens de opnames. “Maar ik kan gerust en stralend voor de dag komen.”

‘Eigenlijk zijn we allebei nep-Surinamers”, zegt Kenneth als hij twee minuutjes na afgesproken tijdstip binnen komt stappen in het sfeervolle Amsterdamse eetcafé Boulevard. “Als we echte Surinamers waren dan hadden we nooit op tijd mogen zijn.” Maar de grote reden achter onze punctualiteit is dat hij tijdig zijn vijfjarig dochtertje Nina van school moet ophalen.
Kenneth is idolaat van zijn Nina. “Nu ik een kind heb, zou ik wel tien kinderen willen. Sinds ze geboren is, heeft nog niemand op haar gepast. Ik kan me niet voorstellen dat ik mijn kind alleen laat met een vreemde.” Zelf heeft hij zich verlaten gevoeld door zijn moeder. Overigens zegt hij dit zonder rancune. “Mijn moeder heeft enorm haar best gedaan. Maar toen ik mishandeld werd op school met riemen door meesters, heeft ze me in de steek gelaten zonder dat ze dat wist.”
Na een diepe persoonlijke inzinking, belandde Kenneth op zijn 33ste voor twee weken in een psychiatrische inrichting. Daarna heeft hij nog drie jaren hulp gehad. Hij heeft zich hervonden. Met zijn vrouw Thea, haar 19-jarige zoon Karim en Nina vormen zij een solide gezin. “De platitude dat ik mijn lul achterna loop, was in één keer afgelopen”, vertelt hij over de geboorte van Nina. “Op die dag heb ik eindelijk volwassenheid geproefd. Ze keek me aan met die ogen die zeiden: ‘I came to stay’. Dwars door mijn ziel!”

Waterval
Kenneth gaat als een waterval. Hij kijkt naar mijn handschrift. “Als dat van een dokter”, zegt hij. “Ik ga ook veertig buffels schijten”, antwoord ik hem. Daarmee zijn we beland bij een lijfspreuk van Pim de la Parra. “Ik heb Pim zeer hoog zitten, maar ik heb de meest fundamentele ruzies met hem gehad”, vertelt Kenneth. “In professionele zin hoor.”
Na het eerste jaar van de Surinaamse Film Academie (SFA) werd van Pim gezegd dat hij een ‘tiran’ is. Maar Kenneth weerlegt dit. “Pim is geen tiran, ondanks dat hij met alle geweld wil uitleggen wat hij bedoelt. Een echte tiran beschikt en laat geen ruimte voor een conflict. Pim wel, met wie dan ook. Hij lokt het zelfs uit.”
Kenneth speelde ooit een rolletje van ‘45 seconden’ in Odyssee ‘d’Amour uit 1987. “Pim had toen miljoenen te besteden. En toch was hij niet anders dan wanneer hij met een no-no-budget werkt. Sommige mensen worden ineens een machtswellusteling.”
‘Het lot’ heeft ze weer bij elkaar gebracht. Aanvankelijk had De la Parra afspraken met een andere Nederlandse acteur, die zegde twee weken voor tijd af. “Pim belde me met de mededeling: Kenneth, ik heb een probleem. Ik moest eerst met mijn vrouw en kind overleggen. Een uur later belde ik hem op en zei: Pim, je hebt geen probleem meer.”

En zo toog Kenneth in januari naar Paramaribo als gastdocent van de SFA. Samen met Tom Erisman (camera) en Leo Franssen (geluid). Het eindproduct is de ‘fictionele documentaire’ Het Geheim van de Saramacca Rivier. Daarin speelt Kenneth de hoofdrol met als tegenspeelster Lucille Roberts. Negentien cursisten werd het metier bijgebracht onder het thema ‘Learning it by doing it’. “Veertien dagen lang – alsof we geen Surinamers waren – was iedereen altijd op tijd”, verhaalt Kenneth enthousiast. “En niemand is uitgevallen. Dat is uniek. Ook in Nederland. En dat kan je ook aan die film zien. Alsof er miljoenen in gestoken is. In maar negen dagen geschoten. Ik steek mijn hand in het vuur voor die film.”
De grote schrik voor menig (beginnend) acteur is dat De la Parra zonder script werkt. Kenneth: “Toen ik tegen Pim zei dat ik voor lul ga, zei hij: wat geeft het nou dat je voor lul staat? Hij heeft ook nog gelijk. Omdat je het waagt loop je het risico dat je de meest bijzondere scènes krijgt. Het leven zit ook niet zo in elkaar. Pim zegt: ik wil het leven verfilmen. Ik vind het geweldig. Wat een moed!”
Vlak voor de opname van een scène kreeg Kenneth ineens de opdracht: je moet een lied neuriën en gaan huilen. “Ik koos voor Mi kondre tru. Het was op een steiger bij de Surinamerivier. Je zag de krabben lopen in de modder. En twee ooievaars, die symbool staan voor mijn verhouding met die vrouw. Dat verdriet en die pijn kwamen helemaal vanuit mijn onderbuik.”

Voluptueuze borsten
De rode draad van het Geheim van de Saramacca Rivier is ‘verlies van je vaderland’, uitgebeeld in een stuk gelopen relatie. Kenneth: “Maar doordat we naar Suriname gaan, heeft het Geheim van de Saramacca Rivier ons weer bij elkaar gebracht. De één noemt het God. Pim noemt het ‘Het’. We kopen een perceel bij Uitkijk langs de Saramacca. Misschien is het wel autobiografisch. Ik ben een eindveertiger en na deze film verliefd geworden op mijn vaderland.”
Maar De la Parra is ook een man van het allerlaatste moment. Kenneth kreeg maar geen tekst toegestuurd. “Ik heb echt op zijn huid gezeten.” Uiteindelijk kreeg hij de monoloog interieur opgestuurd met de mededeling dat hij nog zinnen kon toevoegen, als hij wilde. Maar er viel niets toe te voegen. “Hedda, hoe zou ik jouw mooie, grote voluptueuze borsten kunnen vergeten?” reciteert Kenneth. “Zulke mooie teksten kunnen in elke film! Je hoeft niet eens te weten wie Hedda is. Ik zei tegen Pim dat toevoegen hetzelfde zou zijn als dat ik door een gerespecteerd museum loop en de werken begint te veranderen.”
In afgelopen vijf jaar was Kenneth vier keer in Suriname. In 2001 – voor de opnames van Paramaribo Papers – na 29 jaar weer. “Ik ben eerst voor drie weken door producent Eddy Wijngaarde naar Suriname gehaald om heel wat spoken uit mijn hoofd te halen. Verdomd, alles was veel kleiner dan ik in mijn hoofd had. Zo herinnerde ik me dat het standbeeld van Kwakoe er een was tot aan het plafond. Tijdens de eerste drie keren kreeg ik zoveel erkenning en respect dat ik maar met mijn hoofd in de wolken bleef lopen. Maar deze keer kwam ik in aanraking met 19 Surinamers; ik kwam bij ze thuis, zag hoe ze woonden en leefden. Die andere drie keren waren net vakantie.”

Lege huls
Kenneth is ook vol lof over het duoschap van Pim de la Parra en Arie Verkuyl, die de film produceerde voor Film Instituut Paramaribo Incorporated. “Dat je dat allemaal doet op die leeftijd. Dat is al reden om het fantastisch te vinden. Pim is trouwens iemand van wie je kan zeggen dat alle geweldige mensen iets met hem hebben. Of je het nu hebt over Rutger Hauer, Jeroen Krabbé – die was er trouwens ook – of Renée Soutendijk. Alleen maar omdat Pim gedaan heeft wat hij heeft gedaan en is wie hij is. Alle mensen in het vak gaan voor Pim, wat hun gerespecteerde mening ook is over minimal movies. En dat hebben al die mensen met een kind van Suriname.”
Over zijn verwachtingen van het Geheim van de Saramacca Rivier, zegt Kenneth: “Het gaat erom dat die cursus voor 120 procent is geslaagd. We hebben daarbij het geluk dat die film behoorlijk de moeite waard is. Je praat wel over een van de beste cameramannen van Europa en een van de beste geluidsmannen van Nederland. Pim de la Parra blijkt gewoon een tovenaar te zijn. Maar je praat nu ook wel met iemand die een Pim-adept is.”

De monoloog interieur zijn alleen de teksten die gedachten van de hoofdfiguren moeten verwoorden. Alle overige dialoog moesten de acteurs ter plekke ‘uitbraken’. Kenneth: “Het is als voor de leeuwen te worden geworpen. Je schijt vijfhonderd buffels. Als ik mijn teksten terug hoor dan zeg ik van sommige: je slaat de plank mis. Maar van sommige: wát, heb ik dat bedacht?! Maar het komt allemaal door Pim. Hij is de ontwerper van het geheel. Ik was een lege huls gestuurd door een regisseur. Soms levert dat verbale diarree op. Maar over het eindresultaat ben ik zwaar geïmponeerd. Tijdens de Utrechtse Filmdagen kan je gerust en stralend voor de dag komen. Bedankt Pim de la Parra!”
Na een gezamenlijke balans van twee cappuccino’s, vier biertjes en een lichtelijk aangebrande pannenkoek hamkaas met aardbeien fietst Kenneth weg met kinderzitje, op weg naar zijn grootste geheim voor het leven.

De tweede premièrevertoning is op zondagavond 29 april, wederom in Theater Thalia te Paramaribo, aanvang 22.00 uur. Een speciale voorstelling van de film vindt plaats op donderdagavond 26 april 2007 om 19.00 uur, in de filmzaal van Vasilda's Videotheek aan de Javaweg 101, te Lelydorp.

Lees ook: Feeërieke verlichting ontbreekt ook dit keer niet

zaterdag 7 april 2007

Nina "powerhouse" Jurna


'Mijn koers eist dat ik loslaat'


AMSTERDAM - Nina – ‘Powerhouse’ – Jurna was de afgelopen dagen wereldnieuws in Nederland, vanwege de presentatie van haar boek Standplaats Paramaribo, uitgegeven door het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT). Ze haalde paginagroot de grootste krant van Nederland, halfpaginagroot de voornaamste krant van Amsterdam, ze zat aan tafel, tegenover Rita Verdonk, bij de Nederlandse talkshow der talkshows Pauw & Witteman. De RTL4-correspondente kreeg aandacht van Lijn 4, van AT5 en veel meer. Maar voor het ware verhaal ben je bij deze blogspot op het juiste adres. “Ik heb het spiritueel gevoel dat ik in contact sta met het universum.”

“Wauw, lijkt wel een troon”, zegt Nina over de zetels bij de raamzijde in het restaurant van het Americain Hotel, vermaard om zijn Jugendstil-architectuur en Art Deco-interieur. Een geriefelijkere plek konden we ons niet wensen. Halverwege het gesprek zal ook nog eens live pianomuziek worden ingezet; een mengeling van licht klassiek en dito jazz. Zichtbaar moe vleit de koningin van de Surinaamse journaille zich op haar zetel. “Moe van het fietsen en van alle indrukken”, zegt ze. “Gisteren was een openbaring. Vooral hoe Cohen zichzelf was en niet een formeel praatje afstak.”

Ze heeft het over de Amsterdamse burgemeester Job Cohen, die woensdag het ‘eerste exemplaar’ van haar nieuwe boek Standplaats Paramaribo in ontvangst mocht nemen. “Migreren betekent tegenwoordig niet dat je een land loslaat maar dat je één erbij krijgt”, zei Cohen. “Er ontstaat een nieuwe, dynamische relatie, waarvan die tussen Amsterdam en Suriname er één bij uitstek is. Daarom ben ik trots om het eerste exemplaar te mogen ontvangen.”

Nina is werkelijk overrompeld door het aantal mensen dat op de presentatie in het stadhuis was. En van het enthousiasme. “Ik ben blij dat het boek af is”, zegt ze. “Het is een afsluiting van iets waarvan ik niet wist dat ik dat in mij had; ik ben meer dan een correspondent. Het doet me goed dat ik verneem van mensen dat ze het in één ruk uitlezen. Maar ik heb het niet daarom geschreven. Het was vooral in de eerste instantie voor mezelf.”

Nina leerde ik kennen vlak voor haar emigratie in 2000 naar Suriname. “Ik was toen erg zoekende naar mezelf en had weinig stabiliteit”, vertelt ze over die periode. “Ik heb toen ook veel adressen gehad en was voortdurend in onderhuur. Het enige stabiele dat ik had was [de Amsterdamse lokale televisiezender] AT5, maar daar kon ik mijn ei niet kwijt. Ik heb nu meer vertrouwen gekregen in het leven en in mezelf. Ik sta steviger op mijn benen als persoon.”

En wat een legdrang had ze. Weinig zelfvertrouwen en stabiliteit of niet, toch wist ze zeker dat ze haar ei – wat nu blijkt zo groot als dat van een struisvogel – wel kwijt kon. “Ik wilde graag naar Suriname omdat ik het gevoel had en wist dat ik mijn drive zou kunnen omzetten in verhalen. Wat ik wel bij AT5 had geleerd was humor en andere ingrediënten toevoegen wat het nieuws overstijgt.”

Haar carrière op AT5 was mij ontgaan omdat ik zelf inmiddels alweer vier jaar in Suriname woonde. Maar ik herkende die dadendrang en het onverzettelijke geloof dat er meer voor je weggelegd is. Hoewel ik Nina persoonlijk slechts enkele uren kende, was dit voldoende – en uiteraard haar Surinaamse roots – voor mij haar voor te stellen aan de redactie van RTL4-nieuws. Ik wilde het beste voor Nina maar vooral voor Suriname; mijn gevoel zei dat zij het land breed zou kunnen belichten via de camera. Maar om nou te zeggen dat ik visionair bezig was, nou nee. Zoals Nina met haar levenspartner Dave Edhard Suriname belichten, onder de noemer van Fawaka Creation, overtreft de stoutste verwachting. Zelf omschrijft ze het als volgt: “Het is een chemie en wanneer het ook klikt met andere mensen, dan krijg je dit als resultaat. Ik wilde ook geen kinderen en geen partner. Ik stond er niet voor open.” Inmiddels heeft ze twee prachtige kinderen gebaard. Leila Esperanza en Zen Ibrahim, aan wie ze Standplaats Paramaribo heeft opgedragen.

Een diepe wens

Tijdens de presentatie in het Amsterdamse stadhuis, vroeg Sam Jones van de Wereldomroep en van radio Zorg en Hoop mij om Nina ‘te typeren’. Dan komt er maar één zin in me op. ‘Ze is een powerhouse’. “Dat heb ik van kinds af aan, dat als ik iets wil, ik ervoor vecht. Ik ben niet bij een kerk, maar ik heb wel het spiritueel gevoel dat ik in contact sta met het universum. Ik geloof dat wanneer je als mens een wil heb, een diepe wens, dan ook het universum aan jouw energie gaat meewerken. Het is een oergevoel, een oerenergie, waarvan ik denk dat die in de natuur in Suriname aanwezig is.”

“Hier in Nederland was ik zoekende. Het is een eeuwige zoektocht, waarbij je iets ontdekt voor jezelf om te kunnen creëren. Het komt allemaal vanuit mijn hart. Het is nog niet klaar. Ik zit er nog steeds in. Ik probeer wel rust te nemen, wat heel moeilijk voor mij is. Ik wil te veel en ben nooit tevreden. Waar ik nu sta, is nog niet echt wat ik wil. Het land Suriname geeft mij veel inspiratie, waardoor ik steeds nieuwe energie krijg. Wel is die euforie van het begin – die roze bril – weg. Dat is jammer. Maar ik heb in mezelf nu een stevigere basis.”

Nina gelooft niet in termen van een ‘God’ of ‘Almachtige’. Hoe denkt ze dan die energie toch te kunnen vasthouden en de dankbaarheid hierover te betonen?
“Door te bezinnen. Blij te zijn met de wijze waarop je gecreëerd bent”, klinkt het verre van atheïstisch. “Dat het allemaal toch een betekenis heeft gehad. Te zoeken naar de betekenis waarom ik hier ben, wat mijn doel hier is. Vandaar dat ik zie dat ik er nog niet ben. Ik geloof dat wanneer je je hart volgt, je dan signalen krijgt welke stappen je moet nemen. Als je dat niet doet, dan kan het gebeuren dat je op den duur niet meer vatbaar bent voor die signalen en dan wordt het allemaal heel troebel.” Op basis van deze ervaring, zegt ze over haar verleden: “Ik was in de war.”

Drie dimensies

Nina beseft als geen ander dat het leven geven en nemen is; een belangrijke voorwaarde om geestelijk te kunnen blijven groeien. “Naarmate ik verder wil, laat ik dingen los. Ik doe binnen Fawaka Creation niet alles zelf meer; ik werk steeds meer met andere regisseurs. Neem bijvoorbeeld Kevin Headley, die maakt voor MTNL [Multiculturele Televisie Nederland] een jongerenprogramma. Hij is een hele ambitieuze Surinaamse jongen. Behoorlijk selfmade en voor zover ik weet, komt hij niet voort uit de elite. Ik ben blij dat ik bijdraag aan zijn vorming. En als ik dat goed doe, dan heb ik er later zelf ook profijt van. Mijn koers eist dat ik loslaat, anders ga je gek worden. Twee jaar geleden kon ik dat echt niet.”

Maar wat is dat einddoel nou precies, zoals Nina ‘Powerhouse’ Jurna het voor ogen heeft?
“Die snelle journalistiek wil ik afbouwen. Wat ik voor me zie, is dat ik documentaires of films maak én schrijf vanuit een soort rust. Ik wil een brede basis met deze drie dimensies. Dan zie ik mezelf bij de rivier, met de kinderen in de buurt, tot rust komen en een scenario schrijven. En dat ik me niet meer bezig hou met het nieuws van de dag. Journalistiek is wel een goede basis. Het is een karaktertrek, je kan het niet aanleren; je zoekt eerder een soort vorm die bij je past.”



De dag van presentatie - een fotoverslag

Nina tijdens haar korte toespraak in de koffiekamer van de raadszaal tijdens haar boekpresentatie, afgelopen woensdag, in het Amsterdamse stadshuis. Onder de toehorenden waren toch wel niet de eerste de besten. Alhoewel; de eerste en ook nog de beste burger van Amsterdam, Job Cohen, was een van hen. Nina maakte het statement: "Ik mis Nederland niet als land maar wel Amsterdam als stad." Deze uitspraak zal Cohen ertoe inspireren een dankwoord uit het hart te houden.

Het was een bijeenkomst van vele vrienden, nieuwe en oude bekenden. Hier hebben we Remy Jungerman, Apana van Leeuwaarde en Iris Dekker. Sorry Apana; je bent te mooi om te worden weggephotoshopped.


Ook Mariëlle "mooiste vrouw van Amsterdam" van Sauers was er met Shanti en Bodi.


En waar er nieuws is, zijn er altijd nieuwsjager en -makers. Boven maakt Prem weer een stevig statement in de microfoon van de Wereldomroep en hiernaast doet Henry Strijk niet ten onder.


Myra Winter en Remy, die op zijn shirt heeft staan 'Creature of the night'. Zou dat de reden zijn waarom we hem zo weinig zien, zie je Patrick "Rasta" Dorder van de Wereldomroep denken. De laatste keer dat ik Dorder zag was vorig jaar in Wenen, tijdens de top van de EU, Latijns-Amerikaanse en Caribische landen.


Dan is het tijd voor uitreiking van het eerste exemplaar aan de eerste burger. Daarna wordt het ook nog eens gesigneerd. Burgemeester Cohen, hoe luidt de voordracht? Dan klinkt het toch een beetje stijfjes: "Dat is geheim."
Maar als het goed is, staan woorden in als: "voor mijn lieve burgemeester". Althans, dat hoorde ik hem zojuist aan intimi voorlezen. Maar ik kan Oost-Indisch doof zijn.
Hé, op deze foto links, zien we in het midden het hoofdje van Ralf van de Beek, persman van de Nederlandse Ambassade te Paramaribo!

En als je toch aan het signeren bent, dan kan je meteen mijn rug op, moeten sommigen hebben gedacht. Het was in elk geval een dolle pret!

Maar burgermeester Cohen kreeg nog meer. Hierboven bedankt hij veldbotanicus Frits van Troon voor een DVD-exemplaar van de documentaire 'Zonder Plant Ga Je Niet Leven'. Op de valreep, want Van Troon vertrekt de volgende dag. In het midden Fenny Vlietstra, de producer van de IDS-documentaire. Hé, en die stralende glimlach hier rechts is van Harriët Duurvoort. Tegenwoordig verkast naar Feyenoord-stad. Maar Robin Hood-stad is in de picture, begrijpen we. Ja kijk uit Harriët; tegenwoordig heet ik Iwan van der Meyden!

O ja, toen was er ook nog een pakketje haring! Nina raakte zichtbaar opgewonden van het idee. Een 'echte Surinamer' zal nooit begrijpen wat je lekker vindt aan die "rauwe vis". Maar voor het eten nog even snel op de staatsiefoto. In de zaal riep ik: "trouwfoto", maar toen zag ik Nina toch een beetje verschrikt opkijken. Dus houden we het op staatsiefoto.
Er waren nog veel meer mensen zoals acteur Kenneth Herdigein, de dictator van "Paramaribo Papers", kunstschilder Frank Kreton, Ryan Jessurun van Noticias, kunstfotograaf Mieke van de Voort, schrijver Clark Accord, documentairemaker Hans Arends, AT5-nieuws, RTL-nieuws en de koffieman. Te veel om op te noemen. Het mooie was dat er vooral de sfeer van vriendschap hing. En de toon werd gezet door onze Job! He did a good job. En wat denk je: ik heb 1.000 visitekaartje laten drukken en had er geen één bij me. Ik blijf een hopeloze netwerker. Dus bij deze. En Suriname: van harte gefeliciteerd met Nina. En andersom!

Terug naar: Amsterdams Venster