'Ik ben heel gedisciplineerd'
1. Is er schrijversleven na de Parbo-blues?
Ja, dat is er, gelukkig. Maar het was moeilijk na de Parbo-blues op gang te komen. Het boek werd goed ontvangen, dat is prachtig, zeker voor een debuutroman, maar dat maakt een beetje huiverig om aan een volgend werk te beginnen, alsof de recensent voortdurend op je schouder zit. En ik zat mezelf in de weg, ik werd overkritisch. Ook is de Parbo-blues gedeeltelijk autobiografisch, dat verhaal zat al in mij. Weliswaar in een andere werkelijkheid, ik heb het geromantiseerd, de feiten naar mijn hand gezet, maar ik had een kader waarbinnen ik kon werken. Na de Parbo-blues wilde ik een volledig fictief verhaal schrijven, dat was wennen, ik was mijn leidraad kwijt. Het heeft me erg veel schrijf- en schraptijd gekost.
Uiteindelijk komt vrijwel iedere schrijver uit op autobiografisch werk. Ik heb dat al gehad.
2. Hoe hard trekt de schrijver van binnen aan je?
Heel hard. Ik ben heel gedisciplineerd, sta altijd vroeg op. Iedere vrije minuut naast mijn gezin en werk besteed ik aan mijn schrijverschap. Schrijven moet je leren, je moet je talent ontwikkelen, aanscherpen, dat kun je alleen maar bereiken door te doen, ook al leidt dat niet altijd tot publicaties. Voor mijn omgeving is mijn monomanie wel eens moeilijk te begrijpen: ‘mama wat doe je toch in die kamer?’ Zelf heb ik dan wel eens de neiging het te verdoezelen, dan zeg ik dat ik e-mailtjes stuur naar vrienden.
3. Op basis van je schrijversambities waar je sta je nu in de schaal van 1-10?
O, ergens onder aan de schaal hoor. Ik heb tot nu toe een reisgids en een roman gepubliceerd en twee korte verhalen. Maar ik heb nog veel meer wensen in mij en hoop dat ik die kan realiseren. Dat heeft vooral te maken met energie, kennis en tijd. Die moeten samenvallen. Maar soms moet je het ook durven loslaten, er is een tijd voor ieder boek.
4. Je bent nu 12 jaar in Suriname, kan je deze periode kort en pakkend weergeven?
5. Bevind je je tussen twee culturen of heb je je plek gevonden?
Ik ben een kind van twee culturen. Een koloniaal product kan je zeggen, ik heb een creoolse vader en een blonde Amsterdamse moeder. Van kleins af aan heb ik het vreemd gevonden om niet helemaal ergens bij te horen. Dat gemengde gezin was toen een uitzondering, we vielen altijd op. In Nederland was ik een allochtoon. In Suriname ben ik dat ook. Maar inmiddels heb ik daarin mijn plek gevonden. Het is goed voor een schrijver om naast de kudde te lopen, te observeren.
6. Je bent moeder van twee rasechte Surinaamse kinderen; had je dat ooit durven dromen en wat betekent dit voor jou in relatie met een deel van je afkomst?
Rio
Dat is vreemd ja. Mijn vaders hoogste doel was naar Nederland te vertrekken, de armoede achter zich te laten. Ik ben vrijwillig naar Suriname gekomen en zijn kleinkinderen groeien hier op. Hij vond dat aanvankelijk maar niks, alsof hij niet geslaagd was in zijn missie. Pas later, vlak voor zijn dood, is hij het gaan waarderen. Ik vind er iets moois inzitten, die cirkel die nu rond is.
7. Suriname is een jonge natie in opgroei; hoe zie je de toekomst van je kinderen daar binnen?
Ze zijn nog klein, gelukkig, want we hebben nog heel wat werk te verzetten. De werkgelegenheid moet groeien en het intellectuele klimaat. Misschien is het daarom zo spannend om hier te wonen, dat je die ontwikkeling van dichtbij kunt meemaken. Daar zit iets idealistisch in, besef ik, in Nederland zijn ze dat kwijtgeraakt.
8. Je hebt een prachtig huis in een buurt met historie, daarmee voldoe je aan het typische beeld van een auteur. In hoeverre inspireert deze romantiek jou?
Ik houd van dingen met historie, ons huis is voor Surinaamse begrippen oud met echte bomen in de tuin. Literatuur is ook een oude traditie, dat past daarbij, het is goed om in die sfeer te werken. Maar ik kan met best voorstellen dat ik in een nieuwbouwwoning een boek zou kunnen schrijven, die inspiratie en drang komen van binnenuit.
9. Waarom een website?
Om wat meer aandacht te geven aan mijn boeken, een soort uitgebreid visitekaartje. Vroeger was dat not done, een boek moest zichzelf verkopen, maar daar komt men van terug. Vervolgens moet je wel weer die website onder de aandacht brengen, bijvoorbeeld door dit interview. Zo blijf je aan de gang eigenlijk.
10. Waarom je eigen stichting Lezen en Schrijven?
Ik zou graag de interesse voor lezen onder jongeren aanwakkeren. Boeken bereiken ze vaak niet, mensen wel. Ik heb op de middelbare school een leraar gehad, die zo enthousiast over boeken kon vertellen. Hij heeft mij helemaal vrijwillig aan het lezen gezet en daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor. Wat je uit boeken haalt, is de kracht van de verbeelding, die is zo sterk dat ie je meesleept naar andere werelden. Je kunt er een leven mee vullen.
www.tessaleuwsha.com