donderdag 15 maart 2007

Hallo, Mogen Wij Ons Voorstellen?


Thierry Baudet en Sander Ruijter

Het overgrote deel van de Nederlandse volksvertegenwoordiging is onbekend en daardoor onbemind. Met de lancering van de website ‘150vv.nl’ - woensdag, 14 maart, wordt de kloof tussen politiek en burgers digitaal gedicht. Met één trefwoord weet je precies bij wie je het beste rechtstreeks kan aankloppen. Sander Ruijter (26) en Thierry Baudet (24) werkten twee jaren aan een persoonlijke kennismaking met de leden van de Tweede Kamer, en ontmoetten ‘interessante levensgenieters’, die “keihard werken en elke dag namens ons belangrijke beslissingen nemen”.

Tekst & fotografie Iwan Brave

Ruijter en Baudet zijn het prototype jonge honden. Hoewel van gegoede huize, laten ze zich niets aan komen waaien. Ze zijn druk bezet maar niet gesjeesd. Maar bovenal zelfverzekerd. “Een goed idee verkoopt zichzelf”, zegt Ruijter. Toch hebben ze twee jaar keihard gewerkt aan hun geesteskindje, waarbij ze alle 150 kamerleden de kleren van het lijf hebben gevraagd.

Ze moesten qua fondswerving alle zeilen bijzetten. Uiteindelijk kregen ze twee fondsen over de streep. Nederland Kennisland, die nieuwe internetprojecten stimuleert, en het Forum voor Democratische Ontwikkeling (FDO). “De fondsen in Nederland zijn over het algemeen heel behoudend ingesteld”, zegt Ruijter. “Het zijn vaak nalatenschappen van rijke baronnen die hebben gezegd: ‘Mijn geld gaat naar literatuur.’ Toen bestond internet nog niet. Dus voldoe je al voorbaat niet aan hun doelstellingen.” Baudet: “En ons project is heel vernieuwend.”


En met recht. De kamerleden zijn niet alleen gevraagd naar hun persoonlijke interesses, maar ook namens wie of welke groep zij in de kamer zitten, naar hun stemgedrag na belangrijke debatten en uiteraard in welke portefeuille(s) zij zich dagelijks hun tanden zetten. Aan de hand hiervan hebben Ruijter en Baudet profielen gemaakt en ingevoerd.

Als een bezoeker (burger) een of meerdere trefwoorden (‘criteria’) op de website invoert, maakt het programma een selectie van de meest aangewezen profielen. Aan de kamerleden kunnen vragen worden gesteld. Maar ook opmerkingen, suggesties en klachten kunnen worden doorgegeven.

Buurtveiligheid, leefbaarheid, ondernemerschap, kinderopvang, criminaliteit en noem maar op. Naast voor de hand liggende vraagstukken, kan je ook kijken bij wie je het beste kan aankloppen voor zaken die minder op voorgrond spelen, maar wel degelijk elke dag bepalend zijn voor welzijn en welvaart. Bijvoorbeeld speelruimte voor kinderen of toegankelijk maken van publieke ruimten voor gehandicapten. Het gaat om rechtstreekse communicatie, want aan de website zijn het emailadres van alle kamerleden gelinkt. Zowel vraag als antwoord wordt op de website gepubliceerd.

Het is vrijwel onmogelijk niet met de jongens mee te gaan in hun tomeloze enthousiasme over hun project. Daarbij bekruipt je het beschamende gevoel dat niemand veel eerder hierop gekomen is. Hét ei van Columbus. Het werd eigenlijk in februari 2005 gelegd, toen de site van de Tweede Kamer bekroond werd met de ‘Webflop 2005’, een initiatief van Burger@overheid en Tros Radar. ‘De Tweede Kamer benut de mogelijkheden van internet onvoldoende’, oordeelde de jury vernietigend. ‘Het parlement zou een voorbeeldfunctie moeten vervullen bij het digitaal overbruggen van de kloof tussen burgers en politiek, en daar is nu onvoldoende sprake van.’

En die kloof lijken Ruijter en Baudet te gaan dichten. Sterker: ze willen zelfs afrekenen met dat cliché. “Ik heb zo’n hekel aan die uitdrukking ‘dé kloof’”, zegt Ruijter. “Dat impliceert een afstand tussen mij en dat kamerlid. Dan stel ik me toch gewoon vóór.”

En dat is eigenlijk wat ze hebben gedaan. Als twee burgers afstappen op het parlement en min of meer zeggen: ‘Hallo, wij zijn Sander en Thierry, die door jullie worden vertegenwoordigd, wie zijn jullie?’ Ze behoefden helemaal geen bergbeklimmeruitrusting. Ruijter: “Hoe kan je in een leuk, plat landje als Nederland praten over een klóóf. Stel je gewoon voor en maak kennis.”


Het was een kennismaking vol verrassingen. Baudet: “We hebben zo vaak tegen elkaar gezegd: ‘Dit wordt een leuke site’. Mensen met bepaalde idealen, over wie ze vertegenwoordigen, of welk deel van de samenleving. Ik heb heel wat interessante mensen leren kennen, die elke dag namens ons belangrijke beslissingen nemen. En die mensen wil je leren kennen.”

Ruijter: “Je denkt aanvankelijk ook in vooroordelen omdat de lijsttrekker het imago van de partij bepaalt. We deden soms wel vijftien interviews op een dag en dan kwam je al die kleuren en levensverhalen tegen.”

Ook voor menig kamerlid was hun komst verlossend. “Eindelijk krijg ik de kans mezelf uit te spreken”, reageerde Madelaine van Toorenburg van het CDA opgelucht, alsof ze zich al die tijd een monddode parlementariër voelde.

Nou willen de jongens niet heel Nederland aansporen om even massaal persoonlijk kennis te gaan maken. “Nee, dan gaat KPN op z’n gat. Wij hebben het voor een ieder iets makkelijker gemaakt.”

Het idee is ook journalistiek ingegeven. Ruijter en Baudet waren presentatoren van het programma ‘Publieke zaak’ van Business News Radio (BNR), dat gaat over burgerinitiatief: niet klagen maar zelf het heft in handen nemen voor een leefbare omgeving. Al doende ontdekten zij dat heel wat kamerleden onbekend op de achterbanken zaten. Zo kwamen ze op het idee te beginnen met het item ‘back-benchers-profiel’. Baudet: “Een ultiem burgerinitiatief is jezelf vier jaar geven aan het land.”

Baudet studeerde rechten en geschiedenis en werkt nu als promovendus aan een proefschrift over de ‘grondbeginselen van ons rechtssysteem’. Ruijter studeerde economie en Japans en vertrekt binnenkort naar Londen, waar hij voor een bank gaat werken. Met hun multidisciplinaire instelling gingen ze aan de slag met hun project. “Niet in een koker blijven zitten. De onrust en ambities hebben over je eigen grenzen te kijken”, verwoordt Ruijter het.


Ze namen daarbij geen genoegen met clichés, zoals ‘mijn maatschappelijke betrokkenheid is met de paplepel ingegoten’ – ongeveer tien kamerleden zeiden dat. “Die is iedereen met de paplepel ingegoten”, stelt Ruijter. “Het zijn 150 mensen die keihard werken voor de samenleving. Zo kan je uit het VVD-nest komen en een goed onderwijsplan hebben ingediend. Sharon Gesthuizen van de SP verklaarde: ‘Ik zit hier in de kamer voor de kleine ondernemer. Ik heb zelf meegemaakt en weet hoe moeilijk ondernemen is.’” En zo is niet elke PVV’er gedreven door een te dikke koran. “Barry Madlener had een succesbedrijf, maar ging de politiek in omdat hij bepaalde idealen had ten tijde van Pim Fortuyn.”

De website is een ‘voorportaal’ waar je Tofik Dibi van GroenLinks, op vakantie, ziet zwemmen tussen de dolfijnen. “Dan zie je gewoon: dat is een gelukkig mens, een levensgenieter die mij vertegenwoordigt.” Het mag dan wel niet verrassen dat de flamboyante CDA’er en Hagenaar Jan Schinkelshoek van schaak houdt en geïnspireerd wordt door werken van De Tocqueville, des te verrassender is als hij verklapt: “Ik juich voor Sparta.” En PvdA’er Harm Evert-Waalkens zegt: “Ik heb mijn laarzen uitgeschopt, mij in het pak gehesen en mijn stropdas omgesjord. En nu zit ik hier als boer in Den-Haag.” Ruijter: “Dat soort mensen stemt je positief. Het gaat om échte mensen en niet om beroepspolitici die over een paar jaar minister willen zijn. Het overgrote deel van onze volksvertegenwoordiging is onbekend. Het probleem of idee ontdekken viel voor ons samen met het bedenken van een oplossing.” Een schoolvoorbeeld van burgerinitiatief. www.150vv.nl




Klik en ga terug naar Amsterdams Venster