donderdag 1 maart 2007

Een Premature Coup


Hij lacht alweer, zegt CLO-voorzitter Ronald Hooghart na het afvoeren van zijn persoon van de DNA-kandidatenlijst door het NPS-congres, afgelopen zondag. Maar binnen schrijnt het nog danig na. De Farizeeërs hebben kort na het lijdensweek weer toegeslagen. Is Venetiaan onderdeel van het ‘vooropgezet plan? "Hij moet in staat zijn het ontstane probleem terug te brengen tot aanvaardbare proporties."

Tekst Iwan Brave/de Ware Tijd, 5 april 2005 - foto: Dagblad Suriname

Eén ding is zeker: de Surinaamse politiek heeft nieuw fenomeen erbij; ‘het bandje van Strijk'. Velen binnen de NPS – die ‘op hun tenen lopen en met hun tong extra naar buiten' – zouden met angst en beven de kandidaatstelling van Hooghart tegemoet hebben gezien.
Was het bij de verkiezingen van 2000 nog gelukt hem uit de politieke arena te weren, deze verkiezingen leek er geen ontkomen meer aan. Hooghart zat comfortabel en riant gepositioneerd op de vijfde plaats op de lijst van Paramaribo. Niets kon meer misgaan. De haviken binnen de NPS - ‘die de partij denken te bezitten' – konden zich voorbereiden op het ergste. Geen enkele stok leek meer bruikbaar om de hond te slaan. Totdat Henry Strijk, in de hoedanigheid van STVS-verslaggever zaterdagmiddag binnen kwam stappen voor een interview. "Het bandje is gebruikt als product van een scenario", weet Hooghart zeker.
Het moge duidelijk zijn dat zo'n kleine 24 uur na wat zich het beste laat vergelijken met een premature coup, Hooghart nog heen en weer wordt geslingerd in zijn gevoelens. "We lachen alweer; de emoties zijn van het moment", zegt hij in zijn werkkamer op het CLO-hoofdkwartier aan de Verlengde Gemenelandsweg. Maar daarna geeft hij meteen toe: "Wat gebeurd is, is zeer pijnlijk." Hij is in gezelschap van medebestuursleden, zoals penningmeester Michael Miskin en zijn zoon Andy, die ook zitting heeft in de NPS-Jongerenraad. Vader Hooghart kan zich innerlijk er nog steeds bij neerleggen. "Ik ben van oordeel tegen de achtergrond van de grote mate waarin ik de voorzitter adoreer, hij mij zou moeten vragen wat er aan de hand is. Het zou aanleiding moeten zijn om mij voor een gesprek uit te nodigen over mijn ‘vermeende verkeerde' instelling. Zolang dit niet gebeurt, is hier sprake van een emotioneel besluit."

Vooropgezet plan
Bij Hooghart wil het vooralsnog niet in dat president Venetiaan als voorzitter van de NPS geen onderdeel uitmaakt van het scenario, of op zijn minst willens en wetens passief toekijkt naar deze openlijke vorm van broedermoord. "Ik wil eerst wat meer informatie", zegt hij. "Zaterdag is het bandje gebruikt om mij de das om te doen. In een ernstige situatie sla ik normaal links en rechts om me heen. Maar ik wil dat zaken op een rationele beslissing baseren. De beslissing is genomen van het ene op het andere moment. Om elf uur had ik nog gehoord van Erwin Lelie, voorzitter van de afdeling Paramaribo, dat ik nog kandidaat was. Volgens insiders heeft de voorzitter van het congres, Walter Pengel, de beslissing op de valreep genomen. Ik ben van oordeel dat de uiterste top van de partij geloosd is in een vooropgezet plan. Desalniettemin ben ik van mening dat de voorzitter de kandidaat Hooghart had moeten laten komen om uitleg te geven."

Uit zijn laatste woorden dreunt misschien toch het lichtelijk besef dat Venetiaan hem toch nog – al dan niet noodgedwongen – opoffert. Maar daar kan hij gewoon met zijn verstand niet bij. "De revolutie heeft zijn intrede gedaan in de jaren '80. ik ben blijven strijden voor de terugweg naar de democratie. Daarbij heb ik de NPS door dik en dun gesteund. Onbaatzuchtig. Ik ben nooit ervoor gefacilieerd. Velen lopen op hun tenen en steken hun tongen extra naar buiten. Dus wanneer de mensen voor de tweede achtereenvolgende maal vragen mij op de kandidatenlijst te plaatsen, dan vind ik dat mij men niet kan afwijzen."
Is het politieke spel toch harder en – en mogelijk smeriger – dan zelfs een bikkelharde straatvechter als Hooghart kon vermoeden? Of was het dan toch een stukje overmoed in een onbewaakt moment, waarbij het doel in zicht was, maar dat de vijand toch in het allerlaatste bosje een val had liggen. Hooghart ziet in elk geval Hesdy Pigot, secretaris op het kabinet van de president, als de kwade genius. In samenspanning met Henry Strijk, als laatste ‘valstrik'. Over Strijk zegt hij: "Hij heeft mij ervan verzekerd alleen te willen praten over het rapport Tjon a Hung. Toen heb ik hem off the record verteld over de capriolen van Pigot naar mij toe. Daar is hij na het interview op teruggekomen. En ik heb, zoals ik gewend ben, duidelijk mijn mening gegeven en gezegd dat ik dit keer niet gemerkt heb dat de heer Pigot met mij bezig is geweest. Maar als ik na de verkiezingen erachter kom dat dit wel het geval is, dat ik dan de structuren zal nalopen om in feite de mensen die de zaak manipuleren eruit te smijten."
Meer zou Hooghart niet hebben gezegd. Maar laten we eerlijk zijn: als havik zouden we allemaal bang zijn om gekortwiekt te worden op termijn. En als we naar het iele, pokdalige jongensgelaat van Pigot kijken, is het voorstelbaar hoe angstaanjagend het is dat een pitbull als Hooghart al vanaf de vijfde plaats komt aanstormen. Maar Pigot kreeg op tijd de juiste stok met de juiste dikte in handen. De klap kwam hard, venijnig en onverwachts. Deze vergelijking is niet overtrokken. Hooghart vindt zelf dat hij ‘als een hond eruit is gekieperd'.

Toch doorgegaan
Pitbull Hooghart zal er de komende tijd nog van staan tollen, ook al wil of kan hij dat nog niet geheel toegeven. Zijn enige wapenfeit is voorlopig Pigot en de zijnen uit te dagen om alsnog datgene uit te zenden, wat dan zogenaamd de partij zou ‘schaden'. "Dit soort figuren als Strijk en Pigot zijn het die in feite anderen ertoe drijven dingen te doen die als niet-menselijk worden betiteld", zegt Hooghart. "Dit soort mensen hebben met hun manipulaties en scenario's ervoor gezorgd dat Bouterse het pistool heeft getrokken." Het was overigens niet de eerste poging van Pigot. "Hij heeft bij de verkiezingen van 2000 aan de verschillende afdelingsbesturen gevraagd mij niet op de kandidatenlijst te plaatsen", vertelt Hooghart. "Omdat ik zogenaamd de voorzitter in de wielen zou rijden. En toch ben ik doorgegaan met de strijd voor good governance, omdat ik de aanstelling als kandidaat niet principieel heb gesteld."
Hooghart is ervan overtuigd dat hij de ‘stem van de massa' is. Hij trekt dan ook bijbelse vergelijkingen. "Wat ik zo jammer vind is dat we net de lijdensweek achter de rug hebben; dat de Zoon van God verraden is door Judas en dat wij na 2000 jaren daarover nog steeds wenen. En dan dat we vlak na de lijdensweek dit soort scenario's uithalen. Waarbij we ook nog weten dat bepaalde partijen op scherp staan. Dan is het duidelijk dat men niet bezig is met het belang van het volk maar met het eigen belang. Hesdy Pigot staat hierbij aan het hoofd en de voorzitter heeft zich onbewust laten meeloodsen."
Hooghart denkt niet zozeer in termen van zetelverlies voor de NPS, maar dat het toch al flinterdun algeheel vertrouwen – van met name de zwevende kiezers – in de politiek wordt opgezegd. "De frustraties van het volk kunnen dusdanig zijn dat de kiesdeler kleiner wordt en de zetelverdeling daardoor anders uitvalt. Heel wat mensen hebben naar de CLO gebeld en gezegd: wij gaan niet naar de stembus. Een hele groep voetballers heeft me dat ook verteld. Zelfs mensen die niet op mij zouden stemmen, hebben te kennen gegeven dat dit voor hun teleurstelling is."

Emotionele beslissing
Hooghart spreekt van een ‘emotionele beslissing' die het partijcongres heeft genomen. Maar is dat wel zo? Afgaand op zijn woorden, heeft het allemaal juist iets van een rationeel bekokstoofd scenario. Hooghart was gewoon niet gewenst. Scenario of niet; hij zal diep moeten gaan nadenken in hoeverre hij er zelf niet debet aan is dat zijn eigen openhartigheid als stok tegen hem is gebruikt, of hij niet – al was het maar voor even – wat minder openhartig had moeten zijn; ook off the record. "Ik voldoe aan de wens van de samenleving", verdedigt hij zich. "Ik spreek voor het volk. De positie kan me ook niet schelen, wat me kan schelen is dat mensen onrecht wordt aangedaan. Als oprecht NPS'er – meer dan de meesten rondom de voorzitter – ben ik bereid in het openbaar mijn mening te geven. Ik ben daarna bereid de kritiek hierop te incasseren en te verwerken. Ik weet dat veel partijtoppers kritiek hebben, maar niet durven. Wil je ontwikkeling dan moet je kritiek kunnen uiten. Mijn voorzitter zegt altijd: tan tiri a no don. Maar ik zeg: tan tiri n'e tja ontwikkeling."
Volgens zoon Andy heeft zich niet het gehele geplande scenario zich voltrokken. "Je vader moet zich in alle opzichten rustig houden", zou Erwin Lelie hem hebben ingesproken. Een vreemde opmerking, zei zijn gevoel maar op dat moment liet hij het passeren. Toen werden de kandidaten opgenoemd. Toen bij de vijfde plaats zijn vader nog niet viel, keek zoon Andy weer raar op, maar nog steeds geen reden voor de alarmbel. Maar toen de congresvoorzitter bij de achtste plaats de vergadering schorste begon het te dagen. Wie naar Apintie live luisterde kon al iets vermoeden: "We hebben iemand anders", klonk het zachtjes door de microfoon. CLO-penningmeester Michael Miskin werd erbij gehaald. Zoon Andy hierover: "Toen dacht ik dat men hem ging halen om iets te bespreken en al helemaal niet om hem te melden dat hij voor pa in de plaats was gekozen." Op dat moment zag Andy dat het scenario nog niet vervolmaakt was. Mensen in de menigte begonnen al de naam van Hooghart te scanderen. "Ik ken het karakter van mijn vader, als hij naar binnen zou gaan om rekenschap te halen en zou roepen dat hij niet geplaatst was, dan zou het helemaal mislopen. Ik heb tegen hem gezegd: je gaat niet naar binnen, we gaan weg. Als ik dat niet had gedaan dan was het helemaal misgegaan. Nu is nog niet alles misgegaan."

Nog hoop
Ze hebben nog enige hoop bij de CLO dat een en ander alsnog recht zal worden gezet. Is het geen ijdele hoop, dan wel zeer dunne als je zo naar Hooghart luistert. "De partij beslist. De voorzitter is door mij gedragen en op een vreselijk hoge stoep geplaatst. Hij moet in staat zijn het ontstane probleem terug te brengen tot aanvaardbare proporties."
‘Aanvaardbare proporties' klinkt niet bepaald als geheel herstel. Veel zal afhangen van CLO-penningmeester Miskin, die in zijn plaats naar voren geschoven is en daarmee ineens is gebombardeerd als potentiële splijtzwam binnen de CLO. Hooghart: "Niet een persoon zou gekandideerd worden maar de CLO. Dus als zij iemand van ons verkiesbaar willen stellen, dan moet men eerst met de CLO komen praten. Mike heeft duidelijk gezegd eerst met mij te zullen overleggen. Men wil hem bewegen de toegeschoven positie te accepteren; dat zou een klap in mijn gezicht betekenen voor de oppositie. Maar aan andere kant heeft men hem in de positie gebracht dat hij ook als ‘verrader' zal worden gekenmerkt als hij dat doet. Als hij de positie aanvaardt, dan zal hij worden afgemaakt. Als hij die niet aanvaardt, dan zal hij ook worden afgemaakt."
Ineens rust op Miskin schouders een zware last en verantwoordelijkheid. Een beslissing die een zoveelste keerpunt of dieptepunt in de nationale politiek zal kenmerken. Een beslissing die mogelijk weer als een splijtzwam binnen de vakbeweging kan werken. Hooghart grijpt terug naar 1993. "Toen heb ik voor de NPS gekozen door André Gravenstijn te ondersteunen voor de post van directeur bij Binnenlandse Zaken. Hugo Blanker was ertegen. Dat heeft tot een scheuring binnen de CLO geleid. Ik ben van mening dat de NPS onder dezelfde voorzitter niet weer het instrument kan zijn dat zorgt voor een tweede scheuring."