zaterdag 10 maart 2007

De Laatste Spreker - Liakat Mahawatkhan

Paramaribo - Al als puber raakte Liakat Mahawatkhan in de ban van de kermis rondom de VHP. Als stonfutu van de VHP bleek hij niet meer bruikbaar als parlementariër. Niet vanwege gehak en gebeuk stapte hij uit de partij maar vanwege ‘belediging'. Hij wilde slechts aanblijven als ‘integere VHP'er'. "Wijlen voorzitter Lachmon heeft me nooit kunnen betrappen op liegen. Maar hij zei altijd: ‘Sardjoe, jij gaat nérgens heen'." Tekst Iwan Brave/dWT foto Hijn Bijnen - de Ware Tijd 12 april 2005

Mohamed Liakat Alikhan Mahawatkhan is zijn volledige en juist gespelde naam. Hij ontvangt ons in het ‘appartotel' Mercurius, tegenover het jongensinternaat van Elizabethshof. Hij toont zijn bescheiden appartementje met een zitruimte, slaapruimte, een keukenblok en een toilet/badruimte. "Hier kook ik zelf, doe de afwas en maak zelf schoon, terwijl ik thuis drie diensten heb en tuinlieden", zegt hij. Al elf jaar huurt Mahawatkhan het tegen 350 euro per maand, en maakt geen gebruik van de mogelijkheid om als afgevaardigde uit Nickerie in Hotel Torarica te zitten, wat al gauw komt op 600 euro per week. "Dus als mensen zeggen dat ik gehaaid ben, dan toont dit het tegendeel aan. Zo zijn er veel van dit soort dingen." EBS laat het weer afweten, dus zitten we niet airco gekoeld binnen, maar op het buitenterras. Gelukkig is het weer grijs en koel. We kijken tegen witte muren, decoratief afgezet met authentieke rode dakpannen. Als een burcht op een Caribisch vakantie- eiland. Als Mahawatkhan uit Nickerie komt, doet hij ook meteen het nodige ‘sociaal werk'. "Soms vraag ik na bij een overheidsdienst waarom het zo lang duurt bepaalde stukken zo lang op zich laten wachten." Mensen vragen van alles aan hem als parlementariër: een bijdrage voor de voetbalvereniging, een bijdrage voor de tempel tot aan: "Yu ab' wan lekkers, fu wan batra biri." Zowel Mahawatkhan als Ramlal Mahabier werd als stonfutu van de VHP te kennen gegeven niet langer bruikbaar te zijn als DNA-lid. "Hem hebben ze gouden bergen beloofd", zegt hij over het aanblijven van Mahabier. "Maar hij heeft ook tegen me gezegd: ik kan er niet uit, want ik ben vanaf kleine jongen VHP'er." Mahawatkhan stapt eruit ‘wegens belediging'. "Ram Sardjoe weet als voorzitter wat mijn bijdrage is aan de partij en ik hem gewaarschuwd mij niet te beledigen. Dat heeft hij toch gedaan door mij een post van onderminister aan te bieden; een post waarbij je niks mag zeggen. En daarna hebben ze kenbaar gemaakt dat Imro Manglie hun dierbaarder is." Volgens Mahawatkhan is de omstreden rijstmagnaat Manglie nu de grote financierder achter de schermen.

Altijd onder vuur Mahawatkhan lag ‘altijd onder vuur', maar het was de toenmalige voorzitter, wijlen Jagernath Lachmon, die hem altijd in bescherming nam. "Nu voel ik me niet meer geroepen om te dansen naar de pijpen van deze leiders." Hij had graag willen blijven, maar dan wel als ‘integere VHP'er'. "Lachmon kon mij nooit pakken op liegen. Maar Sardjoe mocht nooit een speech houden. Lachmon zei altijd: ‘Sardjoe, jij gaat nérgens'." Hij vertelt over een vergadering voor de verkiezing van 2000 aan de Dageraadweg, waar Sardjoe het woord voerde. "Van 51 verlieten 35 de vergadering, hun moeder overhalend. Maar Sardjoe vertelde de voorzitter over hoe druk de vergadering was bezocht. Maar ik vertelde voorzitter hoe het precies aan toe ging, want je kan toch niet op basis van leugens een goede analyse van de politieke situatie maken." Ook Mahawatkhan was pas 13 jaar toen hij in de ban raakte van de VHP. "Die vlaggen, die olifant, de tamtam en de kermis rondom de partij vond ik leuk als jongetje. Ik reed op de bromfiets en Mahabier, die een stukje ouder is, had de leidende rol over de bromfietsers. Ik reed op een Magneet en hij op een Zundapp. We gingen voorop met de vlaggen, dan direct de volgwagen met Lachmon en daarna die lange stoet van de VHP. ‘De voorzitter is naar Nickerie gekomen; VHP is een grote partij en ik ben geen kleine man', moest dat vooral afstralen. Daarna gingen ze naar het toenmalige Logeergebouw in Nickerie. Ik kroop toen achter een bankstel. Ik vond het boeiend om te horen hoe dat politieke spel werd besproken; over wie naar voren geschoven gaat worden. Langzaam, langzaam ben ik opgeklommen." Op 28-jarige leeftijd gaf hij zijn eerste speech op het VHP-podium. Hij was wijlen professor Baal Oemrawsing vooruitgegaan op een vergadering. Toen Oemrawsing maar niet arriveerde, werd tegen Mahawatkhan gevraagd wat te zeggen, omdat hij liep ‘al zo lang' meeliep. "Hij hoorde een vreemde stem", vertelt Mahawatkhan trots over de verlate binnenkomst van Oemrawsing. "Hij kwam binnen en was trots toen hij zag dat ik het was. Later heeft hij voorzitter Lachmon geadviseerd: ‘Deze man kunnen we gebruiken'. Oemrawsing heeft me toen vanaf 1979 gevraagd op alle podia in Nickerie op te treden als één voor laatste spreker. Toen kwam de coup en was het afgelopen met de politiek." Na de mysterieuze dood van Oemrawsing – wiens broer een van de 15 slachtoffers was van de decembermoorden in 1982 – werd Mahawatkhan laatste spreker. Toen Lachmon hem op 1 april 1987 opbelde met mededeling ‘Kom naar Paramaribo, we gaan beginnen met de verkiezingscampagne', dacht Mahawatkhan serieus dat het om een 1 april-grap ging. Dictator Desi Bouterse had op 31 maart verkondigd dat op 31 september een nieuwe grondwet door middel van een referendum zou worden aangenomen en dat 25 november verkiezingen zouden worden gehouden. Maar dat nieuws was hem helemaal ontgaan, omdat tv in Nickerie nog niets voorstelde. Ondanks de politiekloze periode had hij ‘dagelijks contact' met Lachmon, want die was president-commissaris van zijn bedrijf, tevens juridisch adviseur. Bij het nauwe contact was ook wijlen Abdul Islam Alibux (ook al ‘géén familie van') betrokken; ‘penningmeester achter de schermen' van de VHP. Diens bedrijf Cultuur Onderneming Nickerie lag naast dat van Mahawatkhan.

Lelijke dingen Velen hadden hem afgeraden weer aan de politiek te beginnen. "Anders zou Bouterse mij doodschieten, werd er gezegd, maar dat was onzin. Ik zei: ‘wie niet durft blijft thuis'. De enige die ook durfde was Kris Mahadewsingh, minister van Onderwijs onder Bosje." Luisterend naar Mahawatkhan, is zijn politieke loopbaan bij de VHP gekenmerkt door tegenwerking. Hij spreekt sceptisch over de ‘Verenigde Hindoepartij'. "Er is geen enkele moslim meer over, die zijn allemaal weggewerkt", zegt hij. In 1987 kreeg Mahawatkhan naar zijn zeggen slechts de vijfde plaats in Nickerie toebedeeld omdat Alwin Mungra ‘lelijke dingen' zei over hem, zoals: "Hij is moslim." Maar Lachmon zou hebben geantwoord: "Alwin, je gaat zien: die jongen komt binnen." En inderdaad. De VHP haalde op eclatante wijze alle vijf Nickeriaanse zetels. De strijd ging tussen ‘uitsluitend Front en NDP', want de kansen van Palu waren te verwaarlozen. Mahawatkhan kreeg 961 voorkeurstemmen. "In 1991 kreeg ik weer de vijfde plaats, weer met hetzelfde verhaal dat ik niet gekozen zou worden. Nu kreeg ik 1.071 voorkeurstemmen ondanks het gebod: ‘uitsluitend stemmen op de lijsttrekker'." Toen Mahawatkhan in 1996 wederom de vijfde plaats toebedeeld kreeg en ‘laatste spreker' was, bedankte hij voor de eer. Daarvan kreeg hij naderhand spijt, want toen volgde wat hij noemt ‘de verkoop van de assembleeleden': een deel van de VHP-parlementariërs liep over als BVD naar het kamp van Bouterse- Wijdenbosch. "Ik voelde schuldig. In tête à tête-gesprek met voorzitter Lachmon op 1 december 1996 zei ik alles te zullen doen om het weer goed te maken. In 2000 circuleerden weer allerlei verhalen over mij, maar toen heeft Lachmon gezegd: ‘Nee, hij wordt lijsttrekker'. Toen Sardjoe hem dit ontraadde en een vijfde plaats aanbeval, heeft Lachmon hem geantwoord: ‘Hij wil niet eens de eerste plaats en dan praat je over de vijfde'. Ook dat jaar was ik laatste spreker en we hebben vier stoelen in de wacht gesleept."

Knopendraaiers Nu zijn het weer dezelfde mensen die hem ‘dwarsliggen', op hem ‘beuken' en ‘inhakken'. Hij doelt op Sardjoe, vice-president Jules Ajodhia en huidig penningmeester Radjen Pahladsingh. "Pahladsingh was in 1987 en 1991 nergens te bespeuren en Ajodhia was in volle NDP-tenue, uit vrees want hij was regionaal commissaris," spuwt hij zijn gal. "Pahladsingh was bij steeds bij de Index (Centrum voor Industriële ontwikkelingen en Exportbevordering …red) om bij Bouterse stukken grond los te krijgen. Toen Sardjoe hem in 1996 binnenhaalde, kwam voorzitter Lachmon naar mij toe en zei: ‘Deze man is penningmeester maar hij weet geen moer van de politiek'. Bovendien was zijn hele familie eeuwig tegen de VHP. In 1963 was er een actiefront tegen partij onder leiding van een Pahladsingh, die zijn oudere broer was." Tegenover Dagblad Suriname maakte hij zijn dwarsliggers uit voor ‘knopendraaiers'. "Ze vernietigen alles wat Lachmon heeft opgebouwd", licht hij toe. "Die kwam met de verbroederingpolitiek, zij komen met de verloederingspolitiek. Sardjoe zegt dat ik een opportunist ben, maar zijn vrouw en kinderen zijn Nederlander, terwijl een zoon onderdirecteur bij de Belastingen is, een andere commissaris bij de SLM en zijn dochter directeur bij de RGD. Voor Ajodhia geldt hetzelfde verhaal; zijn kinderen zitten bij Staatsolie en op andere posten. Dat geldt ook voor Pahladsingh en een aantal anderen binnen de partij. Ik vind het niet correct als je je paspoort pas inlevert als je een hoge functie krijgt, zoals minister Stanley Raghoebarsing heeft gedaan en Kris Brindaban Panday die directeur is van het MCP." Mahawatkhan ziet zichzelf wel als een ware nationalist. Zijn ongeschoolde vader, die als zes dagen oude baby wees werd, trouwde een Guyanese met wie hij vijf zonen en drie dochter kreeg. "Ik ben de oudste en de enige die nog in Suriname is. Een broer is ingenieur, een andere doctorandus bestuurskunde en een zus is socioloog. Ze zijn allemaal in het buitenland. Mijn moeder woont in Toronto, Canada."

Niet luisteren Het is hem ten voeten uit: ongezouten en onversneden kritiek op partijgenoten. Vooral landbouwminister Geetapersad Gangaram Panday moest het ontgelden. "Als zaken verkeerd gaan en je meent het met de partij dan moet je erop wijzen", verdedigt Mahawatkhan zich. "Gangaram Panday was geen VHP in 1996, toen zat hij zat hij te rommelen in DA'91", klinkt het weer rauw. "Hij had de attitude van een advocaat in een rechtszaak, maar vandaag is hij ervan de oorzaak dat de rijstsector in elkaar is gedonderd. Hij wil gewoon niet luisteren naar oplossingen." Hij rakelt de perikelen rondom de oprichting van de Surinaamse Padie Boeren Associatie (SPBA) weer op. "Wij hadden Ashok Kalloe, ex-VHP maar overgestapt naar de BVD in 2000, gevraagd het voortouw te nemen. Hij had veel werk verzet. Toen de minister na een maand terugkwam, werd Kalloe voorgesteld als voorzitter en mijn persoon als ondervoorzitter. Dit schoot direct in het verkeerde keelgat van VHP'ers die niets met de rijstsector te maken hebben. Toen heeft de vice-president geluisterd zijn handlangers en alles on hold gezet. In plaats van de SPBA kwam het ‘Comité redt de rijstsector' met drie mannen die niet eens in de rijstsector zitten. Ik heb toen gezegd: ‘Je straft niet Kalloe maar de rijstsector'. Toen zaken daarna verkeerd liepen, kwam de minister met hangende pootjes terug. Kalloe heeft een rapport geschreven en mij drie dagen lang opgezocht in het ziekenhuis voor technische zaken. We gingen net zo laat door totdat de artsen zeiden: ‘Heren ophouden'. Op basis van dit rapport is de regering gekomen tot een zachte lening van vijf miljard SRG voor de rijstboeren." De rijstsector staat er ‘slechter voor' dan voordat deze regering aantrad. Mahawatkhan pleit voor structurele aanpak. De leenrente moet omlaag en worden gelijkgetrokken worden met Guyana, waar het op 12 procent ligt tegenover 21 in Suriname. Ook pleit hij voor invoerrechtenvrije en omzetbelastingvrije kunstmest, chemicaliën en onderdelen van landbouwmachines. "Als je door de IDB en het IMF onder druk wordt gezet de rijstsector niet te subsidiëren, doe het dan verdekt", aldus Mahawatkhan.

Hij denkt dat het Alternatief 1 (A1) – waar hij vijfde op de kandidatenlijst staat in Nickerie – met zijn komst er ‘overal beter van wordt': Nickerie, Saramacca, Wanica en Commewijne, somt hij op. "Mensen die niet eens zijn het Nieuw Front sluiten aan." Over A1-lijsttrekker Soedeshchand Jairam in Nickerie zegt hij: "Hij heeft veel verstand van de rijstsector en vecht voor de Nickerianen: op basis daarvan join ik hem. Om zo een bijdrage leveren de rijstsector in het bijzonder en andere sectoren in het algemeen, want 's land belang is ons belang." Over de kansen van politieke opponenten zegt hij: "Bouterse heeft een idee, maar kan beter een stapje achteruit doen en Jenny Simons naar voren schuiven. Hij mag wel goede bedoelingen hebben maar de buitenlandse druk komt om de hoek kijken. Tegelijkertijd is een NDP zonder Bouterse nauwelijks denkbaar. Venetiaan moet op pensioen. Ook hij moet iemand anders naar voren schuiven, zoals Ruth Wijdenbosch als je het genderbeleid serieus laat meewegen." Over zijn vertrek bij de VHP zegt Mahawatkhan: "Ik had al gehoord: ‘ze gaan je droppen'. Maar ik nam het niet serieus. Mensen zeggen dat ik in het parlement moet blijven. Goed, dan maar weg, want je kan niet eeuwig ruzie blijven maken. Laat die buitenlanders maar blijven. Als zaken verkeerd gaan, zullen ze wel te zijner tijd het hazenpad nemen. In elk geval moeten de jongeren van Suriname een voorbeeld nemen aan mij; ze moeten niet ingaan op de zoete verhalen van politieke leiders die reeds verroest zijn in hun denken. Ze moeten zich niet laten misleiden, maar altijd kritisch begeleiden, vooruitstrevend denken en enge partijpolitiek achterwege laten."